Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom
Artikel 37 Handelingen waarvoor de toestemming van de houder van het recht niet is vereist
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1995
- Bronpublicatie:
15-04-1994, Trb. 1995, 130 (uitgifte: 19-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-1994, Trb. 1995, 130 (uitgifte: 19-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Niettegenstaande artikel 36 beschouwt een Lid niet als onrechtmatig het verrichten van een van de in dat artikel bedoelde handelingen met betrekking tot een geïntegreerde schakeling die een onrechtmatig gereproduceerd schakelpatroonontwerp omvat of een artikel dat zulk een geïntegreerde schakeling omvat, wanneer de persoon die zulke handelingen verricht of daartoe opdracht geeft, niet wist en geen redelijke gronden had om te weten, toen hij de geïntegreerde schakeling of het artikel dat zulk een geïntegreerde schakeling omvat verwierf, dat het een onrechtmatig geproduceerd schakelpatroonontwerp omvatte. De Leden bepalen dat deze persoon, na het tijdstip waarop hij in voldoende mate in kennis is gesteld van het feit dat het schakelpatroonontwerp onrechtmatig was gereproduceerd, alle handelingen met betrekking tot de in voorraad zijnde of vóór dat tijdstip bestelde goederen kan verrichten, doch dat hij de houder van het recht een bedrag moet betalen dat gelijkwaardig is met een redelijke royalty die voor zulk een schakelpatroonontwerp zou moeten worden betaald krachtens een licentie waarover vrijelijk is onderhandeld.
2.
De voorwaarden in artikel 31, letters a tot en met k, zijn van overeenkomstige toepassing in het geval van een niet-vrijwillige verlening van een licentie voor een schakelpatroonontwerp of van het gebruik daarvan door of namens de overheid zonder de toestemming van de houder van het recht.