RAR 2019/113
Vernietiging opzegging arbeidsovereenkomst. Is de procedure ex art. 7:681 BW een hoger beroep tegen de beslissing van het UWV een zelfstandige civiele procedure?
Hof Den Haag 29-03-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:818
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
29 maart 2019
- Magistraten
Mrs. J.A. van Dorp, C.J. Frikkee, M.D. Ruizeveld
- Zaaknummer
200.244.250/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS69512:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2019:818, Uitspraak, Hof Den Haag, 29‑03‑2019
- Wetingang
Art. 7:669 lid 3 onder a, 7:670, 7:671a, 7:681, 7:683 BW
Essentie
Opzegverbod. Arbeidsongeschiktheid. Bedrijfseconomische opzeggingsreden. Billijke vergoeding. Vernietiging opzegging arbeidsovereenkomst.
Is de procedure ex art. 7:681 BW een hoger beroep tegen de beslissing van het UWV een zelfstandige civiele procedure?
Samenvatting
In de periode van 25 maart 2015 tot en met 19 april 2017 is de heer X werkzaam geweest als bedrijfsleider. Werknemer is via de heer X in dienst getreden in de functie van Japan Country Manager. Begin 2017 heeft, in het kader van de deelneming door een nieuwe investeerder, een boekenonderzoek plaatsgevonden, hetgeen heeft geleid tot het vertrek van X. Bij e-mail van 16 juni ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.