RFR 2015/81
Wet Bopz. Schadevergoeding. Algemene termijnenwet. Wanneer is er sprake van ‘nadeel’ als bedoeld in art. 35 Wet Bopz? Geldt art. 4 Algemene termijnenwet voor Bopz-beslistermijnen?
HR 10-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:926
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/05472
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921048:1
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:926, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:401, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Schadevergoeding. Algemene termijnenwet.
Samenvatting
Bij beschikking van 30 mei 2013 heeft de Rb. Gelderland een machtiging verleend tot voortgezet verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis voor het tijdvak tot en met 12 maart 2014. De rechtbank heeft het verzoek van betrokkene om een schadevergoeding afgewezen. Bij beschikking van 15 november 2013 (ECLI:NL:HR:2013:1260) heeft de Hoge Raad verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn cassatieberoep voor zover dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.