Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht en tenuitvoerlegging van de FATCA
Artikel 4 Toepassing van de FATCA op Nederlandse financiële instellingen
Geldend
Geldend vanaf 09-04-2015
- Bronpublicatie:
18-12-2013, Trb. 2014, 128 (uitgifte: 02-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
09-04-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-04-2015, Trb. 2015, 72 (uitgifte: 28-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
1.
Behandeling van rapporterende Nederlandse financiële instellingen. Elke rapporterende Nederlandse financiële instelling wordt behandeld als een instelling die voldoet aan en niet onderworpen is aan de inhoudingsplicht van artikel 1471 van de U.S. Internal Revenue Code, mits Nederland ter zake van deze rapporterende Nederlandse financiële instelling voldoet aan zijn verplichtingen uit hoofde van de artikelen 2 en 3 van dit Verdrag en de rapporterende Nederlandse financiële instelling:
- a.
Amerikaanse te rapporteren rekeningen identificeert en jaarlijks de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van dit Verdrag te rapporteren informatie doorgeeft aan de Nederlandse bevoegde autoriteit op het tijdstip en de wijze omschreven in artikel 3 van dit Verdrag;
- b.
voor zowel 2015 als 2016 jaarlijks de naam van elke niet-participerende financiële instelling waaraan zij betalingen heeft verricht alsmede het totaalbedrag daarvan rapporteert aan de Nederlandse bevoegde autoriteit;
- c.
voldoet aan de van toepassing zijnde registratievereisten op de website van de IRS voor de FATCA-registratie;
- d.
voor zover een rapporterende Nederlandse financiële instelling
- i.
optreedt als een qualified intermediary (voor de toepassing van artikel 1441 van de U.S. Internal Revenue Code) die besloten heeft de primaire inhoudingsplicht ingevolge hoofdstuk 3 van deel A van de U.S. Internal Revenue Code te aanvaarden,
- ii.
een buitenlands samenwerkingsverband is dat besloten heeft op te treden als buitenlands inhoudingsplichtig samenwerkingsverband (voor de toepassing van de artikelen 1441 en 1471 van de U.S. Internal Revenue Code), of
- iii.
een buitenlandse trust is die besloten heeft op te treden als een inhoudingsplichtige buitenlandse trust (voor de toepassing van de artikelen 1441 en 1471 van de U.S. Internal Revenue Code), 30 percent inhoudt van elke betaling aan een niet-participerende financiële instelling afkomstig uit de VS waarop inhouding van toepassing is; en
- e.
in het geval van een rapporterende Nederlandse financiële instelling die niet omschreven wordt in het eerste lid, onderdeel d, van dit artikel en die een betaling verricht of optreedt als tussenpersoon ter zake van betalingen afkomstig uit de VS waarop inhouding van toepassing is aan een niet-participerende financiële instelling, verschaft de rapporterende Nederlandse financiële instelling de rechtstreekse betaler van deze betaling de informatie die vereist is voor de inhouding en de rapportage die ter zake van deze betaling dienen te geschieden.
Onverminderd het voorgaande is op een rapporterende Nederlandse financiële instelling ter zake waarvan niet voldaan is aan de voorwaarden van dit lid niet de inhoudingsplicht ingevolge artikel 1471 van de U.S. Internal Revenue Code van toepassing, tenzij deze rapporterende Nederlandse financiële instelling ingevolge artikel 5, tweede lid, onderdeel b, van dit Verdrag door de IRS behandeld wordt als een niet-participerende financiële instelling.
2.
Opschorting van regels voor onwillige rekeninghouders. De Verenigde Staten verlangen niet van rapporterende Nederlandse financiële instellingen dat zij belasting inhouden uit hoofde van artikel 1471 of 1472 van de U.S. Internal Revenue Code ter zake van rekeningen van onwillige rekeninghouders (zoals omschreven in artikel 1471(d)(6) van de U.S. Internal Revenue Code), of dergelijke rekeningen opheffen, indien de Amerikaanse bevoegde Autoriteit met betrekking tot dergelijke rekeningen de informatie ontvangt die bedoeld is in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van dit Verdrag, overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van dit Verdrag.
3.
Bijzondere behandeling van Nederlandse pensioenregelingen. Voor de toepassing van de artikelen 1471 en 1472 van de U.S. Internal Revenue Code behandelen de Verenigde Staten de Nederlandse pensioenregelingen omschreven in Bijlage II naar gelang van het geval als FATCA-conform geachte buitenlandse financiële instellingen of als vrijgestelde begunstigden. Daartoe wordt onder een Nederlandse pensioenregeling mede verstaan een entiteit die is opgericht of zich bevindt in en valt onder de regelgeving van Nederland, of een vooraf aangewezen contractuele of wettelijke regeling die wordt aangewend voor het verstrekken van pensioenuitkeringen of het verwerven van inkomsten voor het verstrekken van dergelijke uitkeringen ingevolge de Nederlandse wetgeving en die regels bevat inzake bijdragen, uitdelingen, verslaglegging, sponsorship en belastingheffing.
4.
Identificatie en behandeling van andere FATCA-conform geachte buitenlandse financiële instellingen en vrijgestelde begunstigden. De Verenigde Staten behandelen elke niet-rapporterende Nederlandse financiële instelling als een FATCA-conform geachte buitenlandse financiële instelling of als een vrijgestelde begunstigde, naargelang van het geval, voor de toepassing van artikel 1471 van de U.S. Internal Revenue Code.
5.
Bijzondere regels omtrent gelieerde entiteiten en filialen die niet-participerende financiële instellingen zijn. Indien een Nederlandse financiële instelling die voor het overige voldoet aan de vereisten omschreven in het eerste lid van dit artikel of wordt omschreven in het derde of vierde lid van dit artikel, een gelieerde entiteit of gelieerd filiaal bezit die of dat opereert in een staat die belet dat deze entiteit of dat filiaal voldoet aan de vereisten voor buitenlandse participerende financiële instellingen of FATCA-conform geachte buitenlandse financiële instellingen voor de toepassing van artikel 1471 van de U.S. Internal Revenue Code, of een gelieerde entiteit of gelieerd filiaal bezit die of dat uitsluitend vanwege het aflopen van de overgangsregeling voor beperkte (limited) buitenlandse financiële instellingen en beperkte (limited) filialen ingevolge de desbetreffende voorschriften van het Amerikaanse ministerie van Financiën wordt behandeld als een buitenlandse niet-participerende financiële instelling, blijft deze Nederlandse financiële instelling voldoen aan de voorwaarden van dit Verdrag en wordt deze voor de toepassing van artikel 1471 van de U.S. Internal Revenue Code onverkort behandeld als een FATCA-conform geachte buitenlandse financiële instelling of vrijgestelde begunstigde, naargelang van hetgeen het geval is, mits:
- a.
de Nederlandse financiële instelling dergelijke gelieerde entiteiten of filialen behandelt als afzonderlijke niet-participerende financiële instellingen ten behoeve van alle vereisten van dit Verdrag omtrent rapportage en inhouding en deze gelieerde entiteiten en filialen zich bij de inhoudingsplichtige instanties identificeren als niet-participerende financiële instellingen;
- b.
deze gelieerde entiteiten of filialen hun Amerikaanse rekeningen identificeren en de gegevens ter zake van die rekeningen rapporteren zoals vereist ingevolge artikel 1471 van de U.S. Internal Revenue Code in de mate toegestaan ingevolge de relevante wetten die van toepassing zijn op de gelieerde entiteiten of filialen; en
- c.
deze gelieerde entiteiten of filialen niet specifiek Amerikaanse rekeningen werven die aangehouden worden door personen die geen inwoner zijn van de staat waar de gelieerde entiteit of het gelieerde filiaal zich bevindt of rekeningen aangehouden door niet-participerende financiële instellingen die niet zijn opgericht in de staat waar de gelieerde entiteit of het gelieerde filiaal zich bevindt en deze gelieerde entiteit of dat gelieerde filiaal door de Nederlandse financiële instelling of een andere gelieerde entiteit niet wordt gebruikt om de verplichtingen uit hoofde van dit Verdrag of ingevolge artikel 1471 van de U.S. Internal Revenue Code, al naargelang hetgeen van toepassing is, te omzeilen.
6.
Afstemming van het tijdschema. Onverminderd het derde en vijfde lid van artikel 3 van dit Verdrag:
- a.
is Nederland niet verplicht informatie te verkrijgen en uit te wisselen ter zake van een kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar ter zake waarvan uit hoofde van relevante voorschriften van het Amerikaanse ministerie van Financiën door participerende buitenlandse financiële instellingen soortgelijke informatie dient te worden gerapporteerd aan de IRS;
- b.
is Nederland niet verplicht te beginnen met de informatie-uitwisseling vóór de datum waarop buitenlandse participerende financiële instellingen uit hoofde van relevante voorschriften van het Amerikaanse ministerie van Financiën verplicht zijn soortgelijke informatie te rapporteren aan de IRS;
- c.
zijn de Verenigde Staten niet verplicht informatie te verkrijgen en uit te wisselen ter zake van een kalenderjaar dat voorafgaat aan het eerste kalenderjaar ter zake waarvan Nederland verplicht is informatie te verkrijgen en uit te wisselen; en
- d.
zijn de Verenigde Staten niet verplicht te beginnen met de informatie-uitwisseling vóór de datum waarop Nederland verplicht is te beginnen met de informatie-uitwisseling.
7.
Afstemming van begripsomschrijvingen met de voorschriften van het Amerikaanse ministerie van Financiën. Onverminderd artikel 1 van dit Verdrag en de begripsomschrijvingen vervat in de Bijlagen bij dit Verdrag kan Nederland bij de implementatie van dit Verdrag gebruikmaken van, en Nederlandse financiële instellingen het gebruik toestaan van, een begripsomschrijving in de relevante voorschriften van het Amerikaanse ministerie van Financiën in plaats van een dienovereenkomstige begripsomschrijving in dit Verdrag, mits de toepassing ervan niet ten koste gaat van de doelstellingen van dit Verdrag.