Einde inhoudsopgave
Besluit OM-afdoening
Bijlage II
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 518 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 518 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Feit | Overtreden artikel | Tarief categorie(ën) | |||
---|---|---|---|---|---|
Bestuurlijke strafbeschikking milieu | |||||
Categorie-indeling F: | |||||
1- Natuurlijk persoon; | |||||
2- Rechtspersoon. | |||||
Nummers BO 001 – BO 002: Besluit activiteiten leefomgeving – Afvalstoffen | |||||
BO | 001 | het op of in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen zonder benodigde omgevingsvergunning: 1-5 m3 | 3.40c Bal | 1/2 | |
BO | 002 | het op of in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen zonder benodigde omgevingsvergunning: 5-10 m3 | 3.40c Bal | 1/2 | |
Nummers BO 010 – BO 023: Wet Milieubeheer – Afvalstoffen | |||||
BO | 010 | het storten, anderszins op of in de bodem te brengen of verbranden van niet-afgegeven of niet-ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen: 1-5 m3 | 10.2 Wm | 1/2 | |
BO | 011 | het storten, anderszins op of in de bodem brengen of verbranden van niet-afgegeven of niet-ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen: 5-10 m3 | 10.2 Wm | 1/2 | |
BO | 012 | zich door afgifte aan een ander hebben ontdaan van bedrijfsafvalstoffen; max. 10 m3 | 10.37 lid 1 Wm | 1/2 | |
BO | 013 | niet registreren van één of meer gegevens als bedoeld in artikel 10.38 lid 1 Wet milieubeheer bij afgifte van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen | 10.38 lid 1 Wm | 1/2 | |
BO | 014 | geen melding maken met betrekking tot afgifte van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen aan het bevoegd gezag | 10.38 lid 3 Wm | 1/2 | |
BO | 015 | niet verstrekken van een begeleidingsbrief, welke ten minste de gegevens bevat die zijn genoemd in artikel 10.39 lid 1 onder a en 10.38 lid 1 van de Wet milieubeheer bij afgifte van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke stoffen aan een persoon als bedoeld in artikel 10.37 lid 2 onder a tot en met e Wet milieubeheer | 10.39 lid 2 Wm | 1/2 | |
BO | 016 | niet melden van afgifte van bedrijfsafvalstoffen aan het bevoegd gezag door een persoon als bedoeld in art. 10.37 lid 2 onder a of b van de Wet milieubeheer | 10.40 lid 1 Wm | 1/2 | |
BO | 017 | in ontvangst nemen van bedrijfsafvalstoffen door een persoon als bedoeld in artikel 10.37, lid 2, onder a of b Wet milieubeheer zonder dat daarbij een omschrijving en een begeleidingsbrief als bedoeld in artikel 10.39 lid 1 onder a en b Wet milieubeheer worden verstrekt | 10.37 jo 10.39 Wm | 1/2 | |
BO | 018 | tijdens het vervoer van bedrijfsafvalstoffen geen begeleidingsbrief als bedoeld in artikel 10.39 Wet milieubeheer aanwezig hebben, zolang degene die afvalstoffen onder zich heeft | 10.44 lid 1 Wm | 1/2 | |
BO | 019 | bedrijfsafvalstoffen inzamelen zonder vermelding op een lijst van inzamelaars | 10.45 lid 1 onder a Wm | 1/2 | |
BO | 020 | zich niet houden aan de voorschriften bij de inzamelvergunning | 18.18 Wm jo 10.49 lid 2 Wm | 1/2 | |
BO | 021 | zonder vermelding als vervoerder op de lijst van vervoerders bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen voor anderen tegen vergoeding vervoeren | 10.55 lid 1 onder a Wm | 1/2 | |
BO | 022 | zonder vermelding als handelaar op de lijst van handelaars bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen verhandelen | 10.55 lid 1 onder b Wm | 1/2 | |
BO | 023 | zonder vermelding als bemiddelaar op de lijst van bemiddelaars ten behoeve van anderen bemiddelen bij het beheer van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen | 10.55 lid 1 onder c Wm | 1/2 | |
Nummers BO 025 – BO 027: Besluit activiteiten leefomgeving – Bouwstoffen | |||||
BO | 025 | aanbrengen van bouwstoffen terwijl een milieuverklaring bodemkwaliteit die betrekking heeft op de toe te passen bouwstoffen, niet beschikbaar is | 4.1259 Bal | 1/2 | |
BO | 026 | vervaardigen en/of invoeren en/of voor toepassing in Nederland en/of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden hebben en/of vervoeren en/of aan een ander ter beschikking stellen en/of toepassen van bouwstoffen terwijl niet: uit een milieuverklaring blijkt dat de kwaliteit van de bouwstoffen voldoet aan de daarvoor geldende kwaliteitseisen | 33 lid 1 onder a Bbk jo. 4.1259 lid 1 onder a Bal | 1/2 | |
BO | 027 | vervaardigen en/of invoeren en/of voor toepassing in Nederland en/of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden hebben en/of vervoeren en/of aan een ander ter beschikking stellen en/of toepassen van bouwstoffen terwijl niet: een afleverbon bij de desbetreffende partij voorhanden is die de vereiste gegevens over de herkomst bevat | 33 lid 1 onder b Bbk jo 4.1259 lid 1 onder b Bal | 1/2 | |
Nummer BO 030 – BO 033: Besluit Bodemkwaliteit – Bouwstoffen | |||||
BO | 030 | vervaardigen en/of invoeren en/of voor toepassing in Nederland en/of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden hebben en/of vervoeren en/of aan een ander ter beschikking stellen en/of toepassen van bouwstoffen terwijl niet: de samenstellings- en emissiewaarden van de bouwstof zijn bepaald aan de hand van parameters die in bijlage 1 Bbk zijn vermeld en bij regeling van Onze Minister zijn aangewezen, overeenkomstig de bij ministeriële regeling gestelde methoden door of onder toezicht van een persoon of instelling die daartoe beschikt over een erkenning | 32 lid 4 sub c en f Bbk | 1/2 | |
BO | 031 | vervaardigen en/of invoeren en/of voor toepassing in Nederland en/of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden hebben en/of vervoeren en/of aan een ander ter beschikking stellen en/of toepassen van bouwstoffen terwijl niet: uit een milieuhygiënische verklaring blijkt dat wordt voldaan aan het bepaalde in onderdeel a en b | 28 lid 1 onder c Bbk | 1/2 | |
BO | 032 | vervaardigen en/of invoeren en/of voor toepassing in Nederland en/of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden hebben en/of vervoeren en/of aan een ander ter beschikking stellen en/of toepassen van bouwstoffen terwijl niet: een afleveringsbon bij de desbetreffende partij aanwezig is die de bij ministeriële regeling vastgestelde gegevens bevat | 28 lid 1 onder d Bbk | 1/2 | |
BO | 033 | door degene die voornemens is een IBC-bouwstof toe te passen als bedoeld in artikel 30, dat voornemen niet ten minste vier weken voor het toepassen aan Onze Minister melden | 32 lid 2 Bbk | 1/2 | |
Nummers BO 035 – BO 038: Besluit activiteiten leefomgeving – Baggerspecie | |||||
BO | 035 | toepassen van grond of baggerspecie in het kader van functionele toepassingen als bedoeld in artikel 4.1269, tweede lid, a tot en met e en g, en derde lid, onder a en c, op de landbodem zonder te beschikken over een milieuverklaring bodemkwaliteit, bedoeld in artikel 29, vierde Bbk | 4.1272 Bal | 1/2 | |
BO | 036 | op of in de bodem toepassen van grond en/of baggerspecie, zonder dat ten minste een week voor het begin daarvan melding te maken aan het bevoegd gezag melden: tot en met 250 m3 | 4.1266 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 037 | niet ten minste een week voor het begin van het op of in de bodem toepassen van grond en/of baggerspecie het bevoegd gezag verstrekken van de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 4.1267, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving: tot en met 250 m3 | 4.1267 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 038 | op of in de bodem toepassen van grond en/of baggerspecie, zonder dat ten minste een week voor het begin daarvan melding te maken aan het bevoegd gezag melden: meer dan 250 m3 | 4.1266 lid 1 Bal | 1/2 | |
Nummers BO 040 – BO 047: Besluit bodemkwaliteit – Baggerspecie | |||||
BO | 040 | een werkzaamheid uitvoeren in strijd met het daarvoor geldende normdocument | 18 lid 1 Bbk | 1/2 | |
BO | 041 | uitvoeren van een werkzaamheid zonder daartoe verleende erkenning | 15 lid 1 Bbk | 1/2 | |
BO | 042 | gebruiken of aan een ander ter beschikking stellen van een resultaat van een werkzaamheid wetend of vermoedend dat dit resultaat, gelet op het doel waarvoor dit wordt gebruikt, geen betrouwbaar beeld verschaft van de eigenschappen, aard, hoedanigheid of samenstelling van de bodem, grond, baggerspecie of bouwstof | 16 Bbk | 1/2 | |
BO | 043 | door degene die voornemens is grond en/of baggerspecie toe te passen, niet overeenkomstig de bij ministeriele regeling bepaalde methoden door een persoon of instelling die daartoe beschikt over een erkenning, de kwaliteit van de grond of baggerspecie laten vaststellen | 38 lid 1 Bbk | 1/2 | |
BO | 044 | geen milieuhygiënische verklaring aanwezig hebben bij een partij grond en/of baggerspecie | 38 lid 2 Bbk | 1/2 | |
BO | 045 | de kwaliteit van de bodem waarop of waarin de grond en/of baggerspecie wordt toegepast, niet laten vaststellen overeenkomstig de bij regeling van onze ministers bepaalde methoden door een persoon of instelling die daartoe beschikt over een erkenning | 40 lid 1 jo 9 lid 1 Bbk | 1/2 | |
BO | 046 | door degene die voornemens is grond en/of baggerspecie toe te passen, dat voornemen niet ten minste vijf werkdagen van tevoren aan Onze Minister melden tot en met 250 m3 | 42 jo 35 Bbk | 1/2 | |
BO | 047 | door degene die voornemens is grond en/of baggerspecie toe te passen, dat voornemen niet ten minste vijf werkdagen van tevoren aan Onze Minister melden meer dan 250 m3 | 42 jo 35 Bbk | 1/2 | |
Nummers BO 050 – BO 051: Besluit activiteiten leefomgeving – Oppervlaktelichaam | |||||
BO | 050 | op- of overslaan van goederen in de buitenlucht zonder dat maatregelen zijn genomen om zoveel mogelijk te voorkomen dat deze goederen in een oppervlaktewaterlichaam geraken | 2.11 Bal | 1/2 | |
BO | 051 | het niet onverwijld informeren van het bevoegd gezag over een ongewoon voorval als bedoeld in artikel 2.21 van het Besluit activiteiten leefomgeving voor zover het betreft een door een activiteit veroorzaakte verontreiniging of aantasting van de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam | 2.21 Bal | 1/2 | |
Nummers BO 055 – BO 058: Besluit activiteiten leefomgeving en Waterschapverordening – Lozen | |||||
BO | 055 | bij het lozen op een oppervlaktewaterlichaam ten gevolge van reinigen of conserveren van bouwwerken niet of onvoldoende treffen van maatregelen om het in dat oppervlaktewaterlichaam lozen van stoffen te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken | 6.23 en 7.22 Bal en 2.24 Wv | 1/2 | |
BO | 056 | niet in een werkinstructie beschrijven van de maatregelen die worden getroffen om het lozen in een oppervlaktelichaam ten gevolge van het bouwen, renoveren of slopen van bouwwerken te voorkomen | 6.24, aanhef en onder a, en 7.23, aanhef en onder a, Bal en 2.25, aanhef en onder a, Wv | 1/2 | |
BO | 057 | bij ontgravingen of baggerwerkzaamheden in een oppervlaktewaterlichaam waarbij met kwaliteitsklasse van de te baggeren of ontgraven waterbodem ‘sterk verontreinigd’, bedoeld in artikel 29, derde lid, onder a, van het Besluit bodemkwaliteit de werkzaamheden niet uitvoeren overeenkomstig een werkinstructie, waarin maatregelen zijn beschreven waarmee het lozen zo veel als redelijkerwijs mogelijk wordt beperkt | 2.39 Wv | 1/2 | |
BO | 058 | lozen op een oppervlaktewaterlichaam van grondwater bij ontwatering terwijl het gehalte onopgeloste stoffen in enig steekmonster meer dan 50 milligram per liter bedraagt | 2.12 lid 2 Wv | 1/2 | |
Nummers BO 060- BO 061: Besluit activiteiten leefomgeving – Lozen afvalwater | |||||
BO | 060 | bij het lozen van huishoudelijk afvalwater op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk niet voldoen aan de emissiegrenswaarden | 6.43, lid 2, en 7.52, lid 2 Bal | 1/2 | |
BO | 061 | bij het lozen van huishoudelijk afvalwater in de Noordzee niet voldoen aan de emissiegrenswaarden | 7.48 en 7.52 lid 2 Bal | 1/2 | |
Nummer BO 065: Besluit activiteiten leefomgeving en Waterschapsverordening – Lozen afvalwater | |||||
BO | 065 | huishoudelijk afvalwater niet voorafgaand aan het lozen in een oppervlaktewaterlichaam door een zuiveringsvoorziening geleiden | 6.43, 7.53 Bal en 2.18 Wv | 1/2 | |
Nummer BO 066: Besluit activiteiten leefomgeving – Opslagtank | |||||
BO | 066 | bij bovengrondse opslagtank niet ten minste eenmaal per jaar laten beoordelen en goedkeuren van de kathodische bescherming van ondergrondse leidingen van staal door een geaccrediteerde inspectie-instantie | 4.934 Bal | 1/2 | |
Nummers BO 070 – BO 076: Besluit activiteiten leefomgeving – Leidingen | |||||
een bovengrondse opslagtank, en de daarop aangesloten leidingen voor het opslaan van gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger, vloeistoffen van ADR-klasse 5.1, ADR-klasse 8, verpakkingsgroep II of III, of ADR-klasse 9, die het aquatisch milieu verontreinigen, oliën of vetten die niet van ADR-klasse 3 zijn of pekel | |||||
BO | 070 | – niet geïnstalleerd door een gecertificeerde onderneming | 4.929 Bal | 1/2 | |
BO | 071 | – is niet gerepareerd door een gecertificeerde onderneming | 4.929 Bal | 1/2 | |
BO | 072 | – is niet onderhouden door een gecertificeerde onderneming | 4.929 Bal | 1/2 | |
BO | 073 | – is niet beoordeeld door een gecertificeerde onderneming | 4.938 Bal | 1/2 | |
BO | 074 | – is niet goedgekeurd door een gecertificeerde onderneming | 4.938 Bal | 1/2 | |
BO | 075 | – ondergrondse leiding niet beoordeeld en goedgekeurd door een inspectie-instantie met een erkenning voor AS SIKB | 4.938, lid 3 Bal | 1/2 | |
BO | 076 | – ondergrondse leidingen met vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR klasse 3 geïnstalleerd, onderhouden en gerepareerd door een erkende onderneming. | 4.917 lid 3 Bal | 1/2 | |
Nummers BO 080 – BO 086: Besluit activiteiten leefomgeving en Waterregeling – Vergunning beperkingengebiedactiviteit | |||||
BO | 080 | zonder daartoe strekkende vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet een beperkingengebiedactiviteit verrichten met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk dat geen kanaal is verrichten | 6.17 Bal | 1/2 | |
BO | 081 | zonder daartoe strekkende vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterkering in beheer bij het Rijk verrichten | 6.18 Bal | 1/2 | |
BO | 082 | niet ten minste vier weken voor het begin ervan een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk, die niet als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 6.17 of 6.18 van het Besluit activiteiten leefomgeving, melden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat | 6.19 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 083 | niet ten minste vier weken voor het begin ervan een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk, die niet als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 6.29 of 6.30 van het Besluit activiteiten leefomgeving, melden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat | 6.31 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 084 | niet ten minste vier weken voor het begin ervan een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk, die niet als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 6.58 van het Besluit activiteiten leefomgeving, melden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat | 6.60 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 085 | niet voldoen aan de verplichting dat de debietmeet- en/of bemonsteringsvoorzieningen: in goede staat verkeren | 7.6 Wtr | 1/2 | |
BO | 086 | niet voldoen aan de verplichting dat de debietmeet- en/of bemonsteringsvoorzieningen: overeenkomstig de voorschriften van de leverancier zijn geïnstalleerd en/of onderhouden | 7.6 Wtr | 1/2 | |
Nummers BO 089 – BO 100: Besluit activiteiten leefomgeving – Badinrichtingen en zwemgelegenheden | |||||
BO | 089 | in badwaterbassins waarin het water wordt gedesinfecteerd niet dagelijks op elementair chloor, gebonden chloor, zuurgraad en doorzicht meten als bedoeld in artikel 15.20, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving | 15.20 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 090 | in zwemvijvers niet dagelijks meten op doorzicht, zuurgraad en zuurstofverzadiging als bedoeld in artikel 15.38, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving | 15.38 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 091 | in overige badwaterbassins niet dagelijks meten op doorzicht als bedoeld in artikel 15.57, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving | 15.57 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 092 | het niet ten minste zo vaak laten meten van het water in zwemvijvers als bedoeld in artikel 15.39 tweede tot en met vierde lid van het Besluit activiteiten leefomgeving door een laboratorium met een accreditatie volgens NEN-EN-ISO/IEC 17025 | 15.39 lid 2, 3 en 4 Bal | 1/2 | |
BO | 093 | het in een beheersplan voor een badwaterbassin ontbreken van maatregelen, locaties, meetmomenten en wijze van totstandkoming als bedoeld in artikel 15.64, tweede lid, Besluit activiteiten leefomgeving | 15.64 lid 2 Bal | 1/2 | |
BO | 094 | het ontbreken van maatregelen als bedoeld in artikel 2b, vierde lid, onder c, van het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden zoals dat op grond van artikel 15.67, tweede lid, Besluit activiteiten leefomgeving tot 1 januari 2024 kan blijven gelden | 15.67 lid 2 Bal | 1/2 | |
BO | 095 | het niet uitvoeren van de in het beheersplan opgenomen maatregelen als bedoeld in artikel 15.64, tweede lid, onder a, Besluit activiteiten leefomgeving | 15.64 lid 3 Bal | 1/2 | |
BO | 096 | het niet voldoen aan de in het beheersplan opgenomen maatregelen als bedoeld in artikel 2b, vierde lid, onder c, Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden zoals dat op grond van artikel 15.67, tweede lid, Besluit activiteiten leefomgeving tot 1 januari 2023 kan blijven gelden | 15.67 lid 2 Bal | 1/2 | |
BO | 097 | het niet ten minste vier weken voor het begin van het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden in een badwaterbassin waarin het water wordt gedesinfecteerd melden aan het bevoegd gezag dat die activiteit verricht zal gaan worden | 15.13 Bal | 1/2 | |
BO | 098 | het niet ten minste vier weken voor het begin van het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden in een zwemvijver melden aan het bevoegd gezag dat die activiteit verricht zal gaan worden | 15.31 Bal | 1/2 | |
BO | 099 | het niet ten minste vier weken voor het begin van het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden melden aan het bevoegd gezag dat het water in het badwaterbassin voor eenmalig gebruik, niet zijnde een zwemvijver, niet wordt gedesinfecteerd en niet na elke gebruiker wordt geleegd | 15.47 Bal | 1/2 | |
BO | 100 | het niet ten minste vier weken voor het begin van het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden melden aan het bevoegd gezag dat het water in het (overig) badwaterbassin, niet zijnde een zwemvijver niet wordt gedesinfecteerd en niet na elke gebruiker wordt geleegd | 15.50 Bal | 1/2 | |
Nummers BO 101 – BO 106: Besluit activiteiten leefomgeving – Mest | |||||
BO | 101 | opslaan van vaste mest, champost of dikke fractie anders dan pluimveemest op een aaneengesloten bodemvoorziening waarbij de vloeistoffen die vrijkomen niet of niet volledig worden opgevangen | 4.838 lid 1, aanhef en onder a, Bal | 1/2 | |
BO | 102 | opslaan van vaste mest, champost of dikke fractie anders dan pluimveemest op een niet aaneengesloten bodemvoorziening of een onvoldoende dikke absorberende laag | 4.838 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 103 | opslaan van vaste mest, champost of dikke fractie op een voldoende dikke absorberende laag: meer dan zes maanden op één plek of niet of onvoldoende tegen inregenen beschermd | 4.838 lid 1, aanhef en onder b, en lid 2, aanhef en onder c, Bal | 1/2 | |
BO | 104 | opslaan van gedroogde pluimveemest: buiten een gebouw of buiten een afgedekte container of op een onvoldoende dikke absorberende laag | 4.838 lid 2 Bal | 1/2 | |
BO | 105 | opslaan van gedroogde pluimveemest in een gebouw: zonder of onvoldoende bescherming tegen weersinvloeden, zonder aaneengesloten bodemvoorziening of onvoldoende ventilatie om condensvorming te voorkomen | 4.838 lid 2 aanhef en onder a Bal | 1/2 | |
BO | 106 | opslaan van gedroogde pluimveemest in een afgedekte container zonder dat de pluimveemest elke twee weken wordt afgevoerd | 4.838, lid 2, aanhef en onder b. Bal | 1/2 | |
Nummers BO 110 – BO 117: Besluit activiteiten leefomgeving – Gewasbescherming | |||||
BO | 110 | lozen van condenswater waarin gewasbeschermingsmiddelen of biociden zijn toegepast en in de kas geen sprake is van alleen biologische productiemethoden | 4.791t Bal | 1/2 | |
BO | 111 | niet overleggen van de rapportage van het voorgaande kalenderjaar zoals bedoeld in artikel 4.791fa of 4.791o Besluit activiteiten leefomgeving | 4.791fa en 4.791o Bal | 1/2 | |
BO | 112 | bij gebruik gewasbeschermingsmiddelen toepassen van een techniek die niet voldoet aan de driftreductie van 75% bedoeld in artikel 4.723c Besluit activiteiten leefomgeving | 4.723c lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 113 | niet in acht nemen van een teeltvrije zone langs een oppervlaktewaterlichaam bij gebruik gewasbeschermingsmiddelen | 4.723d lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 114 | op braakliggend terrein gewasbeschermingsmiddelen gebruiken binnen een afstand van 50 centimeter vanaf de insteek van een oppervlaktewaterlichaam | 4.723h Bal | 1/2 | |
BO | 115 | binnen een teeltvrije zone meststoffen gebruiken terwijl niet voldaan wordt aan de artikelen 4.723j, tweede en derde lid, Besluit activiteiten leefomgeving | 4.723ji Bal | 1/2 | |
BO | 116 | op braakliggend terrein meststoffen gebruiken binnen een afstand van 50 centimeter vanaf de insteek van een oppervlaktewaterlichaam | 4.723j Bal | 1/2 | |
BO | 117 | lozen van afvalwater, afkomstig van het spoelen van gewassen in een vuilwaterriool terwijl het gehalte aan onopgeloste stoffen in enig steekmonster meer bedraagt dan 300 milligram per liter | 4.748 Bal | 1/2 | |
Nummers BO 120 – BO 125: Besluit activiteiten leefomgeving – Kuilvoer | |||||
BO | 120 | kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen die niet in plastic folie zijn verpakt niet opslaan op een elementenvoorziening waarbij de vloeistoffen die vrijkomen worden opgevangen | 4.844 Bal | 1/2 | |
BO | 121 | lozen van afvalwater afkomstig van de bodembeschermende voorziening voor opslag van kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen op of in de bodem of op een oppervlaktewaterlichaam dat in contact is geweest met het kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen | 4.846 aanhef en onder a Bal | 1/2 | |
BO | 122 | lozen van afvalwater afkomstig van de bodembeschermende voorziening voor opslag van kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen op of in de bodem of op een oppervlaktewaterlichaam dat is vermengd met uit het kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen vloeiende vloeistoffen | 4.846 aanhef en onder b Bal | 1/2 | |
BO | 123 | opslaan van gebruikt substraatmateriaal op een niet aaneengesloten bodemvoorziening | 4.851 Bal | 1/2 | |
BO | 124 | lozen van afvalwater afkomstig van de bodembeschermende voorziening voor de opslag van gebruikt substraatmateriaal op of in de bodem of op een oppervlaktewaterlichaam dat in contact is geweest met het gebruikt substraatmateriaal | 4.853 aanhef en onder a Bal | 1/2 | |
BO | 125 | lozen van afvalwater afkomstig van de bodembeschermende voorziening voor de opslag van gebruikt substraatmateriaal op of in de bodem of op een oppervlaktewaterlichaam dat is vermengd met uit het gebruikt substraatmateriaal vloeiende vloeistoffen | 4.853 aanhef en onder b Bal | 1/2 | |
Nummers BO 130 – BO 132: Besluit activiteiten leefomgeving – Houtopstanden | |||||
BO | 130 | vellen van een houtopstand, met uitzondering van periodiek vellen van griend en/of hakhout, zonder voorafgaande melding aan het bevoegd gezag (max. 1 hectare) | 11.126 Bal | 1/2 | |
BO | 131 | als rechthebbende van grond, waarop een houtopstand, met uitzondering van periodiek vellen van griend en/of hakhout, is geveld of op andere wijze tenietgegaan, niet voldoen aan verplichting binnen een tijdvak van drie jaren na de velling of het tenietgaan van de houtopstand te herbeplanten op bosbouwkundig verantwoorde wijze (max. 1 hectare) | 11.128 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 132 | als rechthebbende van grond, waarop een houtopstand, met uitzondering van periodiek vellen van griend en/of hakhout, is geveld of op andere wijze tenietgedaan, niet voldoen aan verplichting beplanting die niet is aangeslagen binnen drie jaren te vervangen (max. 1 hectare) | 11.128 lid 2 Bal | 1/2 | |
Nummers BO 135 – BO 136: Besluit activiteiten leefomgeving – Ongediertebestrijding | |||||
BO | 135 | niet voorkomen dat een of meer dieren, zijnde muizen en/of ratten, onnodig lijden door deze dieren te vangen en/of doden met lijm en/of te vangen met vangkooien (max. 3 dieren) | 11.72 lid 1, onder e en f Bal | 1/2 | |
BO | 136 | niet voorkomen dat een of meer dieren, zijnde muizen en/of ratten, onnodig lijden door deze dieren te vangen en/of doden met lijm en/of te vangen met vangkooien (meer dan 3 dieren) | 11.72 lid 1, onder e en f Bal | 1/2 | |
Nummers BO 140 – BO 143: Besluit activiteiten leefomgeving – Invoeren binnen of buiten het Nederlands grondgebied | |||||
BO | 140 | CITES bijlage A product van plant of dier, medicijn, maximaal 3 stuks, binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of onder zich hebben: opzettelijk | 11.93 lid 1 Bal | 2 | |
BO | 141 | CITES bijlage A, product van plant of dier, souvenir/gebruiksvoorwerp, maximaal 3 stuks, binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of onder zich hebben: opzettelijk | 11.93 lid 1 Bal | 2 | |
BO | 142 | CITES bijlage B/C product van plant of dier, medicijn, geringe hoeveelheid, maximaal 3 stuks, binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of onder zich hebben: opzettelijk | 11.93 lid 1 Bal | 2 | |
BO | 143 | CITES bijlage B/C, product van plant of dier, souvenir/gebruiksvoorwerp, maximaal 3 stuks, binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of onder zich hebben: opzettelijk | 11.93 lid 1 Bal | 2 | |
Nummers BO 145 – BO 158: Besluit activiteiten leefomgeving – Vuurwerk | |||||
BO | 145 | andere werkzaamheden in de (buffer)bewaarplaats verrichten dan volgens artikel 4.1045, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving is toegestaan: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg | 4.1045 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 146 | andere werkzaamheden in de (buffer)bewaarplaats verrichten dan volgens artikel 4.1045, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving is toegestaan: locatie voor het opslaan vanaf 10.000 kg | 4.1045 lid 1 Bal | 2 | |
BO | 147 | de deur van de (buffer)bewaarplaats niet gesloten houden anders dan ten tijde van het inbrengen of uitbrengen van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg | 4.1036, lid 2, onderdeel f, onder 4 Bal | 1/2 | |
BO | 148 | de deur van de (buffer)bewaarplaats niet gesloten houden anders dan ten tijde van het inbrengen of uitbrengen van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik: locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg | 4.1036, lid 2, onderdeel f, onder 4 Bal | 2 | |
BO | 149 | in de (buffer)bewaarplaats geen gangpad van ten minste 75 cm breed hebben: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg | 4.1045 lid 2, onderdeel b Bal | 1/2 | |
BO | 150 | in de (buffer)bewaarplaats geen gangpad van ten minste 75 cm breed hebben: locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg | 4.1045 lid 2, onderdeel b Bal | 2 | |
BO | 151 | buiten de openingstijden in een ruimte voor verkoop aan particulieren, anders dan ten hoogste 200 kg vuurwerk van categorie F1 of fop- en schertsvuurwerk aanwezig hebben: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg | 4.1046, lid 2, Bal | 1/2 | |
BO | 152 | buiten de openingstijden in een ruimte voor verkoop aan particulieren, anders dan ten hoogste 200 kg vuurwerk van categorie F1 of fop- en schertsvuurwerk aanwezig hebben: locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg | 4.1046, lid 2, Bal | 2 | |
BO | 153 | het niet voldoen aan de constructie-eisen terwijl vuurwerk aanwezig is: inrichtingen t/m 10.000 kg | 4.1036 Bal | 1/2 | |
BO | 154 | het niet voldoen aan de voorschriften m.b.t. brandveiligheidsinstallatie terwijl vuurwerk aanwezig is: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg | 4.1047 Bal | 1/2 | |
BO | 155 | het niet voldoen aan de voorschriften m.b.t. brandveiligheidsinstallatie terwijl vuurwerk aanwezig is: locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg | 4.1047 Bal | 2 | |
BO | 156 | in een (buffer)bewaarplaats bestemd voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik andere goederen opslaan: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg | 4.1045, lid 1, Bal | 1/2 | |
BO | 157 | in een (buffer)bewaarplaats bestemd voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik andere goederen opslaan: locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg | 4.1045, lid 1, Bal | 2 | |
BO | 158 | als degene die vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik opslaat het niet onverwijld toegankelijk hebben van de gegevens over de ADR-klasse van het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik | 4.1034 lid 2 onderdeel a Bal | 2 | |
Nummers BO 160 – BO 164: Vuurwerkbesluit – Vuurwerk | |||||
BO | 160 | in strijd met artikel 1.2.5 Vuurwerkbesluit het laten staan en het laten liggen van een vervoermiddel waarin of waarop zich vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik bevinden | 1.2.5 lid 1 onder a. Vwb | 1/2 | |
BO | 161 | per levering meer dan 25 kg consumentenvuurwerk aan een particulier ter beschikking stellen binnen de vastgestelde data genoemd in artikel 2.3.2 lid 2 van het Vuurwerkbesluit | 2.3.3 Vwb | 1/2 | |
BO | 162 | in strijd met artikel 1.2.5 Vuurwerkbesluit niet ononderbroken een vervoermiddel met vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik beladen en/of daaruit lossen | 1.2.5 lid 1 onder b Vwb | 1/2 | |
BO | 163 | anders dan de situatie als bedoeld in artikel 2.3.6 Vuurwerkbesluit en zonder daartoe verleende vergunning vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik tot ontbranding brengen, ten behoeve daarvan opbouwen, installeren, bewerken, dan wel na ontbranding verwijderen | 3B.1 lid 1 Vwb | 1/2 | |
BO | 164 | het in de handel brengen van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik zonder dat hier overeenkomstig artikel 1A.4.2 Vuurwerkbesluit een EU-conformiteitsverklaring is opgesteld | 1A.2.1 lid 4 Vwb | 2 | |
Nummers BO 170 – BO 172: Besluit activiteiten leefomgeving – Milieubelastende activiteit | |||||
BO | 170 | niet onverwijld informeren van het bevoegd gezag over een ongewoon voorval op een locatie waar een milieubelastende activiteit wordt verricht, niet zijnde een locatie waarop een Seveso-inrichting wordt geëxploiteerd | 2.21 Bal | 1/2 | |
BO | 171 | niet (tijdig) verstrekken van voorgeschreven gegevens en bescheiden met betrekking tot een ongewoon voorval aan het bevoegd gezag op een locatie waar een milieubelastende activiteit wordt verricht, niet zijnde een locatie waarop een Seveso-inrichting wordt geëxploiteerd | 2.22 Bal | 1/2 | |
BO | 172 | niet in een gesloten ruimte proefdraaien van verbrandingsmotoren op het terrein waarop een milieubelastende activiteit wordt verricht | 4.368 Bal | 1/2 | |
Nummers BO 180 – BO 197: Besluit activiteiten leefomgeving – Overig | |||||
BO | 180 | niet aanwezig hebben van een werkinstructie over de procedures van acceptatie en controle van ontvangen afvalstoffen, in verband met doelmatig beheer van deze afvalstoffen | 4.620 Bal | 1/2 | |
BO | 181 | niet onverwijld opheffen van afwijkingen geconstateerd tijdens de uitvoering van de in artikel 4.519, derde lid, Besluit activiteiten leefomgeving bedoelde controle van een fase II-benzinedampterugwinningssysteem | 2.11 lid 1 onder a Bal jo 4.519 Bal | 1/2 | |
BO | 182 | koelinstallatie met kooldioxide of koolwaterstoffen niet zodanig ontworpen, geïnstalleerd, beheerd en onderhouden dat deze op een veilige wijze kan functioneren, snel en veilig uit bedrijf kan worden genomen en onveilige situaties voorkomt | 4.435 Bal | 1/2 | |
BO | 183 | niet in een gesloten ruimte mechanisch bewerken van steen, voor zover het een activiteit betreft die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving | 4.313 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 184 | de binnen de begrenzing van de activiteit aanwezige als bodembeschermende voorziening toegepaste vloeistofdichte bodemvoorziening niet (tijdig) laten beoordelen door een instelling die beschikt over een erkenning | 5.19 Bal | 1/2 | |
BO | 185 | een aanwezige ondergrondse opslagtank niet tijdig keuren/herkeuren | 4.997 lid 2 Bal | 1/2 | |
BO | 186 | het wassen van gemotoriseerde voertuigen boven een niet vloeistofdichte bodemvoorziening | 4.557 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 187 | niet ten minste eenmaal per jaar controleren van een fase II-benzinedampterugwinningssysteem door een onafhankelijke inspectie-instelling | 4.519 lid 3 Bal | 1/2 | |
BO | 188 | niet ten minste eenmaal per drie jaar controleren van een fase II-benzinedampterugwinningssysteem door een onafhankelijke inspectie-instelling bij aanwezigheid automatisch bewakingssysteem | 4.519 lid 4 Bal | 1/2 | |
BO | 189 | een ondergrondse opslagtank van staal waarin vloeibare brandstof wordt opgeslagen niet jaarlijks controleren op de aanwezigheid van water en bezinksel | 4.974 lid 1 en 4.993 lid 1 Bal | 1/2 | |
BO | 190 | een ondergrondse opslagtank waarin vloeibare brandstof wordt opgeslagen en die is voorzien van een volledige inwendige coating overeenkomstig de aangewezen BRL en is aangebracht door een gecertificeerde onderneming niet ten minste eenmaal per drie jaar controleren op de aanwezigheid van water en bezinksel | 4.974 lid 2 en 4.993 lid 2 Bal | 1/2 | |
BO | 191 | bovengrondse tank is niet geïnstalleerd, onderhouden of gerepareerd door gecertificeerde onderneming met een certificaat voor BRL SIKB 7800, verstrekt door een certificatie-instantie met een accreditatie volgens NEN-EN ISO/IEC 17065 voor die BRL | 4.917 en 4.929 Bal | 1/2 | |
BO | 192 | kas waarin assimilatiebelichting wordt toegepast met een verlichtingssterkte van minder dan 15.000 lux is aan de bovenzijde niet voorzien van een lichtscherminstallatie waardoor de lichtvermindering tijdens de donkerteperiode niet ten minste 98% en/of tijdens de nanacht niet ten minste 74% is: 17.500 vierkante meter of minder teeltoppervlakte | 4.790, lid 2, aanhef en onder a, Bal | 1/2 | |
BO | 193 | kas waarin assimilatiebelichting wordt toegepast met een verlichtingssterkte van minder dan 15.000 lux is aan de bovenzijde niet voorzien van een lichtscherminstallatie waardoor de lichtvermindering tijdens de donkerteperiode niet ten minste 98% en/of tijdens de nanacht niet ten minste 74% is: meer dan 17.500 vierkante meter teeltoppervlakte | 4.790, lid 2, aanhef en onder a, Bal | 1/2 | |
BO | 194 | kas waarin assimilatiebelichting wordt toegepast met een verlichtingssterkte van 15.000 lux of meer is tijdens zonsondergang tot zonsopgang niet voorzien van een lichtscherminstallatie waardoor de lichtvermindering ten minste 98% is: 17.500 vierkante meter of minder teeltoppervlakte | 4.790, lid 1, aanhef en onder a, Bal | 2 | |
BO | 195 | kas waarin assimilatiebelichting wordt toegepast met een verlichtingssterkte van 15.000 lux of meer is tijdens zonsondergang tot zonsopgang niet voorzien van een lichtscherminstallatie waardoor de lichtvermindering ten minste 98% is: meer dan 17.500 vierkante meter teeltoppervlakte | 4.790, lid 1, aanhef en onder a, Bal | 2 | |
BO | 196 | kas waarin assimilatiebelichting wordt toegepast met een verlichtingssterkte van 15.000 lux of meer waarbij de gevel tijdens zonsondergang tot zonsopgang op een afstand van 10 meter of meer, minder dan 95% is afgeschermd tegen het licht of de gebruikte lampen zichtbaar zijn: meer dan 50 meter gevel niet in orde | 4.790, lid 1, aanhef en onder b, Bal | 1/2 | |
BO | 197 | aanwezig hebben van meer dan vier autowrakken of andere voertuigwrakken of meer dan vier wrakken van tweewielige motorvoertuigen op een locatie voor onderhoud en/of reparatie van motorvoertuigen | 4.365 lid 1 Bal | 1/2 | |
Nummers BO 200 – BO 201: Omgevingswet – Bedrijfsafvalstoffen | |||||
BO | 200 | zonder benodigde omgevingsvergunning verbranden van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen anders dan in een ippc-installatie als bedoeld in categorie 5.2 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies: < 5 m3 | 3.40e Bal jo. art. 5.1 lid 2 OW | 1/2 | |
BO | 201 | zonder benodigde omgevingsvergunning verbranden van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen anders dan in een ippc-installatie als bedoeld in categorie 5.2 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies: 5 – 10 m3 | 3.40e Bal jo. art. 5.1 lid 2 OW | 1/2 | |
Nummers BO 205 – BO 206 en BO 210 – BO 213: Omgevingswet – Lozingsactiviteit | |||||
BO | 205 | zonder omgevingsvergunning een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam verrichten | 5.1, lid 2, onder c, onder 1, Ow en 5.3 Ow | 1/2 | |
BO | 206 | verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: 1 t/m 10% overschrijding van de emissiegrenswaarde voor een stof, anders dan een gevaarlijke (afval)stof | 5.5, lid 1, onder e, onder 1, lid 3 en 5.3 Ow | 1/2 | |
BO | 210 | verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: 11 t/m 20% overschrijding van de emissiegrenswaarde voor een stof, anders dan een gevaarlijke (afval)stof | 5.5, lid 1, onder e, onder 1, lid 3 en 5.3 Ow | 1/2 | |
BO | 211 | verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: 21 t/m 30% overschrijding van de emissiegrenswaarde voor een stof, anders dan een gevaarlijke (afval)stof | 5.5, lid 1, onder e, onder 1, lid 3 en 5.3 Ow | 1/2 | |
BO | 212 | verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: 31 t/m 40% overschrijding van de emissiegrenswaarde voor een stof, anders dan een gevaarlijke (afval)stof | 5.5, lid 1, onder e, onder 1, lid 3 en 5.3 Ow | 1/2 | |
BO | 213 | verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften 41 t/m 50% overschrijding van de emissiegrenswaarde voor een stof, anders dan een gevaarlijke (afval)stof | 5.5, lid 1, onder e, onder 1, lid 3 en 5.3 Ow | 1/2 | |
Nummer BO 215: Omgevingswet – Waterontrekkingsactiviteit | |||||
BO | 215 | zonder omgevingsvergunning van Gedeputeerde Staten een wateronttrekkingsactiviteit verrichten, inhoudende het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening of het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening (max. 50 m3 /u) | 5.1, lid 2, onder d, Ow | 1/2 | |
Nummers BO 220 – BO 221: Omgevingswet – Waterstaatswerk | |||||
BO | 220 | met een voertuig betreden van een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk, in strijd met een toegangsverbod: met motorvoertuig | 2.40 Ow | 1/2 | |
BO | 221 | met een voertuig betreden van een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk, in strijd met een toegangsverbod: zonder motorvoertuig | 2.40 Ow | 1/2 | |
Nummers BO 224 – BO 234: Beheer en onderhoud waterstaatswerken | |||||
handelen in strijd met een vergunning als bedoeld in artikel 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: | |||||
BO | 224 | als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de onderhoudsplicht ten aanzien van de waterkering (gewoon onderhoud) | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
BO | 225 | als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de onderhoudsplicht ten aanzien van de waterkering (buitengewoon onderhoud) | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
BO | 226 | buitengewoon onderhoud uitvoeren in het gesloten seizoen | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
BO | 227 | als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de verplichting om een ondersteunend kunstwerk of werk dat in, op, aan of boven waterkeringen of de beschermingszone zijn aangebracht en mede een waterkerende functie hebben, waterkerend te houden | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
BO | 228 | als onderhoudsplichtige de middelen bestemd tot afsluiting van kunstwerken niet in goede staat onderhouden, dan wel de goede werking ervan te tonen | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
BO | 229 | als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de verwijderplicht uit oppervlaktewaterlichamen van voor het functioneren van het oppervlaktewaterlichaam schadelijke begroeiingen en van afval | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
BO | 230 | als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de verplichting tot het herstellen van beschadigingen aan oevers en tot het onderhouden van begroeiingen, dienstig aan de waterhuishoudkundige functies van het oppervlaktewaterlichaam | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
BO | 231 | als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de verplichting tot het instandhouden van een oppervlaktewaterlichaam overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie (buitengewoon onderhoud) | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
BO | 232 | als eigenaar of gebruiker van grond, die gebruikt wordt voor het houden van dieren en dat is gelegen op of nabij een waterstaatswerk niet voldoen aan de verplichting om, na eerste aanschrijving hiertoe door het bestuur, voor eigen rekening op of langs deze grond een voldoende kerende afrastering aan te brengen | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
BO | 233 | als onderhoudsplichtige van een in een waterkering voorkomende coupure of sluis er geen zorg voor dragen dat deze, na eerste aanzegging door of namens het bestuur, terstond wordt gesloten | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
BO | 234 | als eigenaar of onderhoudsplichtige van een stuw niet voldoen aan de verplichting deze op een bepaald stuwpeil te stellen en in stand te houden | 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
Nummers BO 240 – BO 258 Omgevingswet en Besluit activiteiten leefomgeving – Handelen in strijd met een vergunning | |||||
BO | 240 | handelen in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: niet melden van een calamiteit met relatief beperkte gevolgen voor het oppervlaktewaterlichaam | 5.5, lid, 1, onder e, lid 4 en 5.3 Ow | 1/2 | |
BO | 241 | handelen in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: niet voldoen aan administratieve verplichtingen | 5.5, lid, 1, onder e, lid 4 en 5.3 Ow | 1/2 | |
BO | 242 | handelen in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: niet treffen van voorgeschreven voorzieningen | 5.5, lid 1, onder e, lid 4 en 5.5, lid 4 Ow | 1/2 | |
handelen in strijd met een vergunning als bedoeld in artikel 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: | 5.3 Ow | ||||
BO | 243 | – niet melden van een calamiteit met relatief beperkte gevolgen voor het watersysteem | 1/2 | ||
BO | 244 | – niet voldoen aan administratieve verplichtingen | 1/2 | ||
BO | 245 | – niet treffen van voorgeschreven voorzieningen | 1/2 | ||
BO | 246 | – het overschrijden van het toegestane debiet: 1 – 25% overschrijding | 1/2 | ||
BO | 247 | – het overschrijden van het toegestane debiet: 26 – 50% overschrijding | 1/2 | ||
BO | 248 | – het overschrijden van het toegestane debiet: 51 – 100% overschrijding | 1/2 | ||
handelen in strijd met de aan een vergunning als bedoeld in artikel 16.4 Besluit activiteiten leefomgeving verbonden vergunningvoorschriften: | 16.4 Bal | ||||
BO | 255 | – niet voldoen aan de administratieve verplichtingen | 1/2 | ||
BO | 256 | – meer grondwater onttrekken als in de vergunning is opgenomen | 1/2 | ||
BO | 257 | – met betrekking tot onttrekkingen van grondwater voor menselijke consumptie verbonden voorschriften: niet nemen van maatregelen wanneer de trend statisch significant stijgend is | 1/2 | ||
BO | 258 | – met betrekking tot onttrekkingen van grondwater voor menselijke consumptie verbonden voorschriften: niet melden van afwijkingen in de kwaliteit van het grondwater waarbij 75% van de in Bijlage A van het Drinkwaterbesluit opgenomen maximum waarde wordt overschreden | 1/2 | ||
Nummer BO 260: Besluit Bouwwerken leefomgeving -Asbest | |||||
BO | 260 | verwijderde asbest en asbesthoudende producten niet binnen twee weken na de verwijderingshandeling afvoeren naar een bedrijf als bedoeld in paragraaf 3.5.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving | 7.21 sub e Bbl | 1/2 | |
Nummer BO 261: Asbestverwijderingsbesluit – Asbest | |||||
BO | 261 | verwijderde asbest of asbesthoudende producten niet binnen twee weken na het vrijkomen hiervan, afvoeren naar een voor het afgeven van grove huishoudelijke afvalstoffen ingerichte locatie als bedoeld in artikel 3.170, eerste lid van het Besluit activiteiten leefomgeving | 7 sub g Avb | 1/2 | |
Nummers BO 262 – BO 266: Productenbesluit Asbest | |||||
BO | 262 | het invoeren van asbest of asbesthoudende producten | 4 PbA | 1/2 | |
BO | 263 | het voor handen hebben van asbest of asbesthoudende producten | 4 PbA | 1/2 | |
BO | 264 | het aan een ander beschikbaar stellen van asbest of asbesthoudende producten | 4 PbA | 1/2 | |
BO | 265 | het toepassen van asbest of asbesthoudende producten | 4 PbA | 1/2 | |
BO | 266 | het bewerken van asbest of asbesthoudende producten | 4 PbA | 1/2 | |
Nummer BO 270: Besluit Bouwwerken leefomgeving – Bouw en sloopafval | |||||
BO | 270 | door degene die bouw- en sloopafval bewerkt met een mobiele puinbreker niet ten minste twee werkdagen voor het begin van in werking hebben van een mobiele puinbreker dat melden aan het bevoegd gezag | 7.35 Bbl | 1/2 | |
Nummers BO 271 – BO 280: Wet Milieubeheer, Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen en Regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen – Overbrengen afvalstoffen | |||||
BO | 271 | overbrengen van afvalstoffen zonder de betrokken bevoegde autoriteiten zo spoedig mogelijk op de hoogte te brengen van een – wegens onvoorziene omstandigheden benodigde – routewijziging bij een algemene kennisgeving | 10.60 lid 5 onder a Wm i.v.m. 13 lid 2 EVOA | 1/2 | |
BO | 272 | overbrengen van afvalstoffen terwijl het vervoersdocument niet volledig of onjuist is ingevuld of niet is ondertekend door de kennisgever | 10.60 lid 5 onder a Wm i.v.m. 16 onder a EVOA | 1/2 | |
BO | 273 | overbrengen van afvalstoffen waarbij het transport van afvalstoffen op een andere dan de opgegeven transportdatum plaatsvindt | 10.60 lid 5 onder a Wm i.v.m. 16 onder b EVOA | 1/2 | |
BO | 274 | overbrengen van afvalstoffen waarbij het vervoer niet vergezeld gaat van de juiste documenten (vervoersdocument, de afschriften van het kennisgevingsdocument met de schriftelijke toestemmingen en de voorwaarden die door de betrokken bevoegde autoriteiten respectievelijk zijn verleend en gesteld) | 10.60 lid 5 onder a Wm i.v.m. 16 onder c, tweede volzin EVOA | 1/2 | |
BO | 275 | niet gedurende ten minste vijf jaar door de kennisgever en/of de ontvanger en/of de inrichting die de afvalstoffen heeft ontvangen, bewaren van aan of door de bevoegde autoriteiten verzonden documenten inzake de overbrenging van afvalstoffen | 10.56 Wm i.v.m. 5 Regeling EG-verordening overbrengen afvalstoffen | 1/2 | |
BO | 276 | niet gedurende drie jaar door de kennisgever, de ontvanger, de inrichting die de afvalstoffen heeft ontvangen, bewaren van aan of door de bevoegde autoriteiten verzonden documenten inzake de kennisgeving van een transport | 10.60 lid 7 onder a Wm ivm art. 20 lid 1 EVOA | 1/2 | |
BO | 277 | niet gedurende drie jaar bewaren van de uit hoofde van artikel 18 lid 1 EVOA verstrekte informatie door de opdrachtgever, de ontvanger en de inrichting die de afvalstoffen ontvangt | 10.60 lid 7 onder a Wm ivm art. 20 lid 2 EVOA | 1/2 | |
BO | 278 | overbrengen van groene lijst afvalstoffen voor nuttige toepassing met onvolledige bijlage VII informatie | 10.60 lid 2 Wm ivm 2 lid 35 sub g onder iii EVOA | 1/2 | |
BO | 279 | overbrengen van groene lijst afvalstoffen voor nuttige toepassing zonder bijlage VII informatie | 10.60 lid 2 Wm ivm 2 lid 35 sub g onder iii EVOA | 1/2 | |
BO | 280 | het niet voorhanden hebben van een juridisch bindend contract bij aanvang van de overbrenging | 10.60 lid 5 sub a Wm ivm 18 lid 2 EVOA | 1/2 | |
Algemene regels | |||||
Nummer BO 285: Algemene regels | |||||
BO | 285 | terwijl dit bij of krachtens de Keur door het bestuur verplicht is gesteld: niet (tijdig) melden van de werkzaamheden als genoemd in de algemene regels | 3 lid 1 algemene regels jo. 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening | 1/2 | |
Nummers BO 290 – BO 296: Algemene regels grondwater | |||||
BO | 290 | bij het onttrekken van grondwater in het kader van een bouwputbemaling, sleufbemaling, proefbronnering of grondsanering niet plaatsen van een peilbuis of meetput om de stijghoogte te bepalen indien spanningsbemaling wordt toegepast | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 291 | bij het onttrekken van grondwater in het kader van een bouwputbemaling, sleufbemaling, proefbronnering of grondsanering niet verwijderen of dichten van voorzieningen voor grondwateronttrekking na definitieve beëindiging van de onttrekking zodat geen uitwisseling van grondwater tussen de verschillende watervoerende pakketten plaatsvindt | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 292 | bij het onttrekken van grondwater in het kader van een bouwputbemaling, sleufbemaling, proefbronnering of grondsanering niet uiterlijk 24 uur voor aanvang van de onttrekking een startmelding doen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 293 | bij het onttrekken van grondwater in het kader van een bouwputbemaling, sleufbemaling, proefbronnering of grondsanering niet uiterlijk 24 uur na beëindiging van de onttrekking een afmelding doen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 294 | bij het onttrekken van grondwater in het kader van een grondwaterverontreiniging niet verwijderen of dichten van voorzieningen voor grondwateronttrekking na definitieve beëindiging van de onttrekking zodat geen uitwisseling van grondwater tussen de verschillende watervoerende pakketten plaatsvindt | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 295 | bij het onttrekken van grondwater in het kader van een grondwaterverontreiniging niet uiterlijk 24 uur voor aanvang van de onttrekking een startmelding doen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 296 | bij het onttrekken van grondwater in het kader van een grondwaterverontreiniging niet uiterlijk 24 uur na beëindiging van de onttrekking een afmelding doen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
Nummers BO 300 – BO 305: Handelingen in watersystemen | |||||
zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur gebruik maken van een waterkering door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functie(s) daarop, daarin, daarboven, daarover of daaronder: | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | ||||
BO | 300 | – handelingen te verrichten | 1/2 | ||
BO | 301 | – werken te behouden | 1/2 | ||
BO | 302 | – vaste substanties of voorwerpen te laten staan of liggen | 1/2 | ||
zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur gebruik maken van een waterkering door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functie(s) daarop, daarin, daarboven, daarover of daaronder: | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | ||||
BO | 303 | – handelingen te verrichten | 1/2 | ||
BO | 304 | – werken te behouden | 1/2 | ||
BO | 305 | – vaste substanties of voorwerpen te laten staan of liggen | 1/2 | ||
Nummers BO 310 – BO 315: Waterkwantiteit | |||||
BO | 310 | bij het aanleggen of verwijderen van een steiger, vlonder of overhangend bouwwerk, de afmetingen van het oppervlaktewaterlichaam, zoals vastgelegd in de legger, wijzigen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 311 | bij het aanleggen of verwijderen van een steiger, vlonder of overhangend bouwwerk, niet gebruiken van deugdelijk en niet uitlogend materiaal | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 312 | niet voorafgaand aan of gelijktijdig met het dempen van het bestaande oppervlaktewaterlichaam een nieuw oppervlaktewaterlichaam met eenzelfde oppervlakte als het gedempte oppervlaktewaterlichaam in hetzelfde peilgebied graven en aansluiten op het watersysteem | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 313 | terwijl dit bij of krachtens de Keur door het bestuur verplicht is gesteld: niet (tijdig) melden van het dempen van een oppervlaktewaterlichaam tot 50 m2 | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 314 | terwijl dit bij of krachtens de Keur door het bestuur verplicht is gesteld: niet (tijdig) melden van het dempen van een oppervlaktewaterlichaam 50 – 150 m2 | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 315 | terwijl dit bij of krachtens de Keur door het bestuur verplicht is gesteld: niet (tijdig) melden van het dempen van een oppervlaktewaterlichaam meer dan 150 m2 | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
Nummers BO 320 – BO 344: Zonder watervergunning | |||||
zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur gebruik maken van een beschermingszone behorende bij een waterkering door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functie(s) daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder: | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | ||||
BO | 320 | – handelingen te verrichten | 1/2 | ||
BO | 321 | – werken te behouden | 1/2 | ||
BO | 322 | – vaste substanties of voorwerpen te laten staan of liggen | 1/2 | ||
BO | 323 | – met een voertuig zich buiten verharde wegen of paden te bevinden | 1/2 | ||
zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur gebruik maken van een beschermingszone behorende bij een oppervlaktewaterlichaam door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functie(s) daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder: | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | ||||
BO | 324 | – handelingen te verrichten | 1/2 | ||
BO | 325 | – werken te behouden | 1/2 | ||
BO | 326 | – vaste substanties of voorwerpen te laten staan of liggen | 1/2 | ||
BO | 327 | – een brandplaats aan te leggen of stoffen te verbranden | 1/2 | ||
BO | 328 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in het profiel van vrije ruimte werken te plaatsen, te wijzigen of te behouden | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 329 | zonder omgevingsverordening voor een wateractiviteit van het bestuur binnen 400 meter van een windwatermolen werken en opgaande beplanting aan te brengen of te hebben | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 330 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in meanderzones: bouwwerken te plaatsen, te hebben of te wijzigen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 331 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in meanderzones: leidingen of kabels te leggen, te hebben, te herstellen, te wijzigen, te vernieuwen of op te ruimen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 332 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in meanderzones: bovengrondse infrastructuur aan te leggen, te hebben, te wijzigen of te vernieuwen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 333 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in inundatiegebieden: ophogingen te maken of te verwijderen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 334 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in inundatiegebieden: werken of beplantingen aan te brengen die waterstuwing of stroomgeleiding teweeg brengen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 335 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur neerslag door nieuw verhard oppervlak versneld tot afvoer laten komen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 336 | in geval van grote schaarste of overvloed aan water, aanmerkelijke verslechtering van de kwaliteit daarvan of bij het in ongerede raken van een waterstaatswerk, dan wel indien zodanige omstandigheid dreigt te ontstaan, zonodig in afwijking van verleende omgevingsvergunningen voor een wateractiviteit of geldende peilbesluiten, wanneer dit door het bestuur verboden is: water afvoeren naar of aanvoeren uit oppervlaktewaterlichamen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 337 | in geval van grote schaarste of overvloed aan water, aanmerkelijke verslechtering van de kwaliteit daarvan of bij het in ongerede raken van een waterstaatswerk, dan wel indien zodanige omstandigheid dreigt te ontstaan, zonodig in afwijking van verleende omgevingsvergunningen voor een wateractiviteit of geldende peilbesluiten, wanneer dit door het bestuur verboden is: water brengen in of onttrekken aan oppervlaktewaterlichamen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 338 | in geval van grote schaarste of overvloed aan water, aanmerkelijke verslechtering van de kwaliteit daarvan of bij het in ongerede raken van een waterstaatswerk, dan wel indien zodanige omstandigheid dreigt te ontstaan, zonodig in afwijking van verleende omgevingsvergunningen voor een wateractiviteit of geldende peilbesluiten, wanneer dit door het bestuur verboden is: grondwater onttrekken of water infiltreren | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 339 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur water brengen in of onttrekken aan een oppervlaktewaterlichaam | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 340 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur gronden ontwateren met drainagemiddelen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 341 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur grondwater onttrekken of water in de bodem infiltreren | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 342 | door degene die handelingen verricht en inbreuk maakt op door het waterschap in het kader van zijn beheer uitgevoerde maatregelen in het watersysteem, niet zo spoedig mogelijk melding maken van die inbreuk en de maatregelen die hij voornemens is te treffen of reeds heeft getroffen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 343 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur: in een oppervlaktewatersysteem vis uitzetten | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
BO | 344 | zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur: vaste vistuigen plaatsen | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
Nummers BO 350 – BO 351: Beregenen | |||||
handelen in strijd met aan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit verbonden vergunningvoorschriften: | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | ||||
BO | 350 | – het niet mogen beregenen van grasland in de periode van 1 april tot 1 juni | 1/2 | ||
BO | 351 | – het niet mogen beregenen van grasland in de periode van 1 juni tot 1 augustus tussen 11.00 uur en 17.00 uur | 1/2 | ||
Nummer BO 352: Beweiding | |||||
BO | 352 | beweiden van de waterkering anders dan in de aangegeven periode | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
Nummer BO 353: Afrastering | |||||
BO | 353 | het niet hebben van een voldoende veekerende afrastering conform de voorschriften zoals genoemd in artikel 2 van de algemene regels voor waterkeringen, onderdeel beweiden | 4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening | 1/2 | |
Nummer BO 360: Wet op de economische delicten – Het niet voldoen aan een vordering | |||||
BO | 360 | opzettelijk niet hebben voldaan aan een vordering, krachtens enig voorschrift van de Wet op de economische delicten, gedaan door een opsporingsambtenaar | 26 Wed | 1/2 | |
Nummers BO 361 – BO 362: Aanvullingswet bodem Omgevingswet en Wet Bodembescherming – Bodemverontreiniging | |||||
BO | 361 | door degene die op en/of in de bodem handelingen verricht met betrekking tot niet gevaarlijk afval, terwijl hij of zij wist of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd en/of aangetast, niet nemen van alle maatregelen die redelijkerwijs van hem/haar kunnen worden gevergd, teneinde die verontreiniging en/of aantasting te voorkomen, dan wel te beperken en/of verminderen: 0 t/m 5 m3 | 3.2a Aanvullingswet bodem Omgevingswet jo. 13 WBB | 1/2 | |
BO | 362 | door degene die op en/of in de bodem handelingen verricht met betrekking tot niet gevaarlijk afval, terwijl hij of zij wist of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd en/of aangetast, niet nemen van alle maatregelen die redelijkerwijs van hem/haar kunnen worden gevergd, teneinde die verontreiniging en/of aantasting te voorkomen, dan wel te beperken en/of verminderen: 6 t/m 10 m3 | 3.2a Aanvullingswet bodem Omgevingswet jo. 13 WBB | 1/2 | |
Nummers BO 364 – BO 373: Wet Bodembescherming, Provinciale Omgevingsverordening, Besluit activiteiten leefomgeving, Besluit Uniforme Saneringen, Regeling Uniforme Saneringen – Bodemverontreiniging (sanering) | |||||
BO | 364 | door degene die de bodem heeft gesaneerd, niet binnen vier weken na het beëindigen van de sanering een evaluatieverslag volgens BRL SIKB 6000 indienen bij het bevoegd gezag of in dat verslag niet de vereiste gegevens verstrekken | 4.1246 Bal | 1/2 | |
BO | 365 | niet melden van (voorschriften opgenomen in de beschikking, provinciale of gemeentelijke verordening): wijzigingen op het saneringsplan | 39 lid 4 WBB | 1/2 | |
BO | 366 | zonder milieukundige begeleiding uitvoeren van de sanering | 39a WBB/Provinciale omgevingsverordening | 1/2 | |
BO | 367 | niet tenminste vier weken voor het begin van de activiteit het melden bij het bevoegd gezag van het voornemen de bodem te saneren | 4.1235 jo. 4.1236 Bal | 1/2 | |
BO | 368 | door degene die de bodem saneert of degene die de sanering feitelijk uitvoert, niet afdoende afsluiten en/of omgeven van de saneringslocatie en/of depots met een hekwerk | 2 lid 2 BUS (jo 2.2 lid 3 RUS) | 1/2 | |
BO | 369 | door degene die de bodem saneert of degene die de sanering feitelijk uitvoert, niet (tijdig) melden van wijzigingen o.b.v. het Besluit uniforme saneringen en de daarbij behorende Regeling uniforme saneringen | 10 lid 1 en 2 bus en art. 1.4 lid 1 en 2 RUS | 1/2 | |
BO | 370 | door degene die de bodem saneert, of degene die de sanering feitelijk uitvoert, niet melden van de datum waarop de einddiepte van de ontgraving zal worden bereikt uiterlijk één werkdag voorafgaande aan het bereiken van dat punt aan het bevoegd gezag gemeld m.b.t. kleinschalige mobiele verontreinigingen | 2 lid 2 BUS (jo 3.2.6 RUS) | 1/2 | |
BO | 371 | het laten uitvoeren van de sanering door een persoon of instelling zonder erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit | 2 lid 2 BUS jo 2.2 lid 1 RUS | 1/2 | |
BO | 372 | zonder een erkende onderneming het graven laten uitvoeren | 4.1232 Bal | 1/2 | |
BO | 373 | zonder een erkende onderneming uitvoeren van de activiteit | 4.1244 Bal | 1/2 | |
Nummers BO 375 – BO 379: Besluit detectie radioactief besmet schroot – Radioactief besmet schroot | |||||
BO | 375 | een inrichting drijven en niet onverwijld de ioniserende straling van het schroot dat binnen de inrichting wordt gebracht meten: meetapparatuur wel aanwezig | 3 Besluit detectie radioactief besmet schroot | 1/2 | |
BO | 376 | een inrichting drijven zonder een register van de metingen, bedoeld in artikel 3 Besluit detectie radioactief besmet schroot, bij te houden | 5 Besluit detectie radioactief besmet schroot jo 3 Besluit detectie radioactief besmet schroot | 1/2 | |
BO | 377 | metingen als bedoeld in artikel 3 Besluit detectie radioactief besmet schroot niet door deskundige laten verrichten | 6 jo 3 Besluit detectie radioactief besmet schroot | 2 | |
BO | 378 | de registratie van de gegevens als bedoeld in artikel 5 Besluit detectie radioactief besmet schroot niet door deskundige laten verrichten | 6 jo 5 Besluit detectie radioactief besmet schroot | 2 | |
BO | 379 | het niet stellen van financiële zekerheid ter dekking van de kosten die voortvloeien uit verwijderen van radioactief besmet schroot | 7/8/9 Besluit detectie radioactief besmet schroot | 2 | |
Nummers BO 385 – BO 388: Besluit stralingsbescherming en Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming – Stralingsbescherming | |||||
BO | 385 | het niet stellen van financiële zekerheid ter dekking van de kosten die voortvloeien uit het afvoeren van afgedankte hoogactieve bron | 20d Besluit stralingsbescherming | 2 | |
BO | 386 | voor het verwerven van een hoogactieve bron niet aan de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming verstrekken van: informatie over volume van de bron en bronhouder en vaste afscherming | 4.17 Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming | 1/2 | |
BO | 387 | voor het verwerven van een hoogactieve bron niet aan de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming verstrekken van: schriftelijk bewijs dat financiële zekerheid is gesteld | 4.17 Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming | 1/2 | |
BO | 388 | als ondernemer die handelingen als bedoeld in artikel 4.2 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming verricht geen administratie bijhouden van die handelingen | 4.2 Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming | 1/2 | |
Nummers BO 390 – BO 395: Wet Milieubeheer en Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur – Elektronica | |||||
BO | 390 | als producent van elektrische/elektronische apparatuur de door hem geproduceerde elektrische/elektronische apparatuur niet voorzien van: een symbool zoals opgenomen is in bijlage IV bij Richtlijn nr. 2002/96/EG (afvalcontainer met kruis) | 9.5.2. lid 1 en lid 3 sub a Wm jo. 15 lid 1 Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur | 1/2 | |
BO | 391 | als producent van elektrische/elektronische apparatuur de door hem geproduceerde elektrische/elektronische apparatuur niet voorzien van: een aanduiding waaruit blijkt dat het apparaat na 13 augustus 2005 op de markt is gebracht | 9.5.2. lid 1 en lid 3 sub a Wm jo. 16 lid 4 Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur | 1/2 | |
BO | 392 | als distributeur bij het ter beschikking stellen van een nieuw product, een soortgelijk na gebruik vrijgekomen product – zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur – van particuliere huishoudens, dat hem wordt aangeboden niet ten minste om niet innemen | 9.5.2. lid 1 Wm jo. 4 lid 1Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur | 1/2 | |
BO | 393 | als producent van elektrische en/of elektronische apparatuur zich niet melden bij het register | 9.5.2 lid 1 Wm jo. 19 lid 1 Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur | 1/2 | |
BO | 394 | als producent en/of zijn gemachtigde niet de in deel A van bijlage X bij de Richtlijn nr. 2012/19/EU genoemde informatie verstrekken bij de registratie en/of niet actueel houden van de informatie | 9.5.2. lid 1 Wm jo. 19 lid 2 Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur | 1/2 | |
BO | 395 | als producent en/of zijn gemachtigde niet de in deel B van bijlage X bij de Richtlijn nr. 2012/19/EU genoemde informatie voor 1 mei over het voorafgaande kalenderjaar verstrekken aan het register | 9.5.2. lid 1 Wm jo. 19 lid 3 Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur | 1/2 | |
Nummers BO 396 – BO 398: Wet Explosieven voor civiel gebruik – Explosieven | |||||
BO | 396 | als houder van een vergunning of een bewijs van toestemming voor de overbrenging van explosieven, niet deze explosieven tot aan de plaats waar de overbrenging eindigt en/of bij het verlaten van het grondgebied van Nederland, doen vergezellen van deze vergunning of dit bewijs van toestemming | 14 Wecg | 1/2 | |
BO | 397 | als degene voor wie de explosieven bestemd zijn en/of als onderneming uit de sector explosieven niet op verzoek van de autoriteit, die daarom verzoekt als bedoeld in artikel 16 Wet explosieven civiel gebruik, de gegevens die hem ter beschikking staan, zenden aan deze bevoegde autoriteit | 16 Wecg | 1/2 | |
BO | 398 | geen registratie bijhouden die voldoet aan hetgeen in artikel 21 Wet explosieven voor civiel gebruik is gesteld | 21 Wecg | 1/2 | |
Nummers BO 400 – BO 402: Verordening (EU) nr. 517/2014, Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen, Verordening (EG) 1005/2009 en Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen – Broeikassen/Ozonlaag | |||||
BO | 400 | het verrichten van installatie, onderhoud of service, reparatie of buitendienststelling van of aan apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat door een onderneming die daarvoor niet is gecertificeerd | 10 lid 6 Verordening (EU) nr. 517/2014 jo. 6 lid 2 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen, respectievelijk 22 lid 1 Verordening (EG) 1005/2009 jo. 9 lid 2 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen | 1/2 | |
BO | 401 | het verrichten van installatie, onderhoud of service, reparatie, buitendienststelling, lekkagecontrole of terugwinning van of aan apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat door een natuurlijk persoon die daarvoor niet is gecertificeerd | 8 lid 3, 10 lid 1 en lid 2 Verordening (EU) nr. 517/2014 jo. 6 lid 1 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen, respectievelijk 22 lid 1 en lid 5, 23 lid 2 Verordening (EG) 1005/2009 jo. 9 lid 1 en lid 2 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen | 1/2 | |
BO | 402 | het met betrekking tot apparatuur die broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat niet voorhanden hebben van een register waarin de in artikel 6 lid 1 van Verordening (EU) 517/2014 jo. 4 lid 4 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen en/of artikel 23 van de Verordening (EU) 1005/2009 jo. 8 lid 3 Besluit gefluoreerde Broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen, genoemde informatie is opgenomen | 6 lid 1 Verordening (EU) 517/2014 jo. 4 lid 4 en 8 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen | 1/2 | |
Nummers BO 405 – BO 433: Scheepsafvalstoffenbesluit – Scheepsafvalstoffen | |||||
BO | 405 | als schipper er geen zorg voor dragen dat bilgewater en overige olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen aan boord in de bijlage van de machinekamer, onderscheidenlijk gescheiden in de daarvoor bestemde verzamelreservoirs, worden verzameld en bewaard | 11 SAB | 1/2 | |
BO | 406 | als schipper voor de opslag van afgewerkte olie los aan dek staande verzamelreservoirs gebruiken | 12 lid 2 SAB | 1/2 | |
BO | 407 | als schipper er niet zorg voor dragen dat een geldig olie-afgifteboekje aan boord aanwezig is | 14 lid 1 SAB | 1/2 | |
BO | 408 | als schipper, na verkrijging van een nieuw olie-afgifteboekje, niet het voorgaande olie-afgifteboekje ten minste zes maanden na de datum van de laatste daarin opgenomen vermelding van een afgifte aan boord bewaren | 14 lid 4 SAB | 1/2 | |
BO | 409 | als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: het schip bij het laden vrij van overslagresten of het verwijderen van overslagresten na het laden | 33 jo 41 SAB | 2 | |
BO | 410 | als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: aansluitend aan het lossen van droge lading van of uit het laadruim van een schip de in het laadruim achtergebleven restlading en/of verpakkings- en stuwingsmateriaal verwijderen en zoveel mogelijk toevoegen aan geloste lading | 33 jo 42 SAB | 2 | |
BO | 411 | als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: aansluitend aan het lossen van vloeibare lading uit een ladingtank van een schip met behulp van een leiding, aangesloten op het nalenssysteem van het schip, de restlading uit de ladingtank verwijderen, zodanig dat de losstandaard nagelensde ladingtank wordt bereikt | 33 jo 43 SAB | 2 | |
BO | 412 | als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: bij het lossen uit een laadruim of een ladingtank van een schip het laadruim of die ladingtank wassen en het afvalwater met ladingrestanten innemen | 33 jo 45 SAB | 2 | |
BO | 413 | als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: voorleggen van de losverklaring in drievoud aan de schipper dan wel, als het schip niet onder gezag van de schipper staat, aan de exploitant van het schip | 33 jo 53, vierde lid SAB | 2 | |
BO | 414 | als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: het bewaren van het ingevolge artikel 54 Scheepsafvalstoffenbesluit ontvangen exemplaar van de losverklaring in de bedrijfsadministratie | 33 SAB | 2 | |
BO | 415 | de schipper draagt er geen zorg voor dat de losverklaringen, ontvangen overeenkomstig artikel 53 Scheepsafvalstoffenbesluit, het transport begeleiden | 56 SAB | 1/2 | |
BO | 416 | als schipper met het schip na het laden de laadplaats verlaten zonder zich ervan te vergewissen dat: de overslagresten zijn verwijderd | 55 lid 1 SAB | 1/2 | |
BO | 417 | als schipper met het schip na het lossen de losplaats verlaten zonder zich ervan te vergewissen dat: de overslagresten zijn verwijderd | 55 lid 2, onderdeel a SAB | 1/2 | |
BO | 418 | als schipper met het schip na het lossen de losplaats verlaten zonder zich ervan te vergewissen dat: alle geloste laadruimen zijn nagelost en/of ladingtanks nagelensd | 55 lid 2, onderdeel a SAB | 1/2 | |
BO | 419 | als schipper met het schip na het lossen de losplaats verlaten zonder zich ervan te vergewissen dat: voldaan is aan de wasverplichting indien die van toepassing is dan wel hem daartoe volgens de bepalingen uit artikel 47 Scheepsafvalstoffenbesluit een voorziening is toegewezen | 55, lid 2, onderdeel a SAB | 1/2 | |
BO | 420 | als schipper met het schip na het lossen de losplaats verlaten zonder zich ervan te vergewissen dat: het afvalwater dat ladingresten bevat, is ingenomen, dan wel hem daartoe een ontvangstvoorziening is toegewezen, in een geval als bedoeld in artikel 45 Scheepsafvalstoffenbesluit | 55, lid 2, onderdeel a SAB | 1/2 | |
BO | 421 | als schipper met het schip na het lossen de losplaats verlaten zonder te voldoen aan de bepalingen ten aanzien van de losverklaring uit artikel 54 Scheepsafvalstoffenbesluit | 55, lid 2, onderdeel b SAB | 1/2 | |
BO | 422 | door de schipper niet onverwijld waarschuwen van de dichtstbijzijnde bevoegde autoriteit, terwijl vanaf een schip scheepsafvalstoffen dan wel delen van de lading in een oppervlaktewaterlichaam zijn geraakt of dreigen te geraken | 6 SAB | 1/2 | |
BO | 423 | aan boord van een schip verbranden van scheepsafvalstoffen | 7 SAB | 1/2 | |
BO | 424 | reinigingsmiddelen die olie of vet oplossen dan wel emulgerend zijn in de bilge van de machinekamer dan wel in het bilgewater doen geraken | 13 lid 1 SAB | 1/2 | |
BO | 425 | door degene die een inrichting voor het inzamelen van scheepsafvalstoffen drijft niet of niet juist invullen of ondertekenen van het olie-afgifteboekje | 17 SAB | 2 | |
BO | 426 | door de schipper niet of niet juist invullen of ondertekenen van het olie-afgifteboekje | 18 SAB | 1/2 | |
BO | 427 | als degene die feitelijk lost, met betrekking tot het lossen van een schip, niet bewaren in de bedrijfsadministratie van het ingevolge artikel 54, tweede lid, Scheepsafvalstoffenbesluit terug ontvangen exemplaar van de losverklaring | 57 SAB | 2 | |
BO | 428 | als schipper, bij het afgeven van afvalwater dat ladingrestanten bevat aan een ontvangstvoorziening, niet in tweevoud de door hem ondertekende losverklaring voorleggen aan degene die de ontvangstvoorziening drijft of een door deze aangewezen persoon | 66 SAB | 1/2 | |
BO | 429 | door degene die een inrichting voor het inzamelen van scheepsafvalstoffen drijft, na ondertekening niet terugbezorgen van een exemplaar van de ondertekende losverklaring aan de schipper | 68 lid 1 SAB | 1/2 | |
BO | 430 | als schipper niet gedurende zes maanden aan boord bewaren van de terugontvangen ondertekende losverklaring | 68, lid 3, SAB | 1/2 | |
BO | 431 | als exploitant van het schip niet bewaren in de bedrijfsadministratie van de terugontvangen ondertekende losverklaring | 68, lid 4, SAB | 1/2 | |
BO | 432 | als schipper er geen zorg voor dragen dat huisvuil, slops, zuiveringsslib en klein gevaarlijk afval aan boord naar categorie gescheiden worden gehouden en gescheiden worden aangeboden bij een ontvangstvoorziening | 73, lid 1 SAB | 1/2 | |
BO | 433 | als exploitant van een passagiersschip, dat is uitgerust met een boordzuiveringsinstallatie voor afvalwater, niet aanbieden van het zuiveringsslib van die installatie bij een ontvangstvoorziening | 74 SAB | 1/2 | |
Nummer BO 445: Drinkwaterbesluit – Legionella | |||||
BO | 445 | legionella-risicoanalyse, bedoeld in het eerste of tweede lid van artikel 37 Drinkwaterbesluit, laten uitvoeren door een niet daarvoor op basis van BRL 6010 gecertificeerd bedrijf, indien opgesteld na 1 juli 2011 | 37 lid 3 Dwb | 1/2 |