Einde inhoudsopgave
Wet forensische zorg
Artikel 6.7 [Overbrenging naar psychiatrische instelling]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2023
- Bronpublicatie:
24-05-2023, Stb. 2023, 202 (uitgifte: 19-06-2023, kamerstukken: 35936)
- Inwerkingtreding
01-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stb. 2023, 307 (uitgifte: 28-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
Indien de aard van de bij de forensische patiënt geconstateerde psychische stoornis, verslaving daaronder begrepen, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap daartoe aanleiding geeft, kan Onze Minister bepalen dat de forensische patiënt naar een private instelling, niet zijnde een private instelling met een bijzondere aanwijzing als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, zal worden overgebracht om daar zolang dat noodzakelijk is, te worden verpleegd. Voor deze overbrenging is een zorgmachtiging vereist op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg of een rechterlijke machtiging voor onvrijwillige opname op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten. Een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging als bedoeld in de vorige volzin kan achterwege blijven indien de forensische patiënt schriftelijk en vrijwillig met de overbrenging instemt.