Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 1:62 [Advies m.b.t. een verklaring van geen bezwaar]
Geldend
Geldend vanaf 19-02-2019
- Bronpublicatie:
05-12-2018, Stb. 2018, 503 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken: 34813)
- Inwerkingtreding
19-02-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2019, Stb. 2019, 60 (uitgifte: 18-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
De Nederlandsche Bank stelt de toezichthoudende instantie van de desbetreffende lidstaat in de gelegenheid advies uit te brengen alvorens een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95 wordt verleend, indien de aanvrager:
- a.
een beheerder van een icbe, beleggingsonderneming, herverzekeraar, bank, levensverzekeraar, schadeverzekeraar of betaalinstelling is waaraan in een andere lidstaat een vergunning is verleend;
- b.
de moedermaatschappij is van een beheerder van een icbe, beleggingsonderneming, herverzekeraar, bank, levensverzekeraar, schadeverzekeraar of betaalinstelling als bedoeld onder a; of
- c.
een persoon is die anderszins zeggenschap heeft over een beheerder van een icbe, beleggingsonderneming, herverzekeraar, bank, levensverzekeraar, schadeverzekeraar of betaalinstelling als bedoeld onder a.