Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal
Artikel 1 Definities
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
05-06-2024, Stb. 2024, 162 (uitgifte: 14-06-2024, kamerstukken: 36377)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2024, Stb. 2024, 186 (uitgifte: 25-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- –
aanbieder van een communicatiedienst: de aanbieder van een communicatiedienst als bedoeld in artikel 138g van het Wetboek van Strafvordering;
- –
aanbieder van hostingdiensten: de aanbieder van een communicatiedienst bestaande in de opslag van gegevens die van een ander afkomstig zijn;
- –
Autoriteit: de Autoriteit, genoemd in artikel 2;
- –
geautomatiseerd werk: een geautomatiseerd werk als bedoeld in artikel 80sexies van het Wetboek van Strafrecht;
- –
kinderpornografisch materiaal: visuele weergaven als bedoeld in artikel 252 van het Wetboek van Strafrecht;
- –
ontoegankelijk maken: het treffen van maatregelen ter voorkoming dat van online kinderpornografisch materiaal wordt kennisgenomen, alsmede ter voorkoming van de verdere verspreiding van dit materiaal, dan wel het verwijderen van het materiaal uit het geautomatiseerde werk, met behoud van de gegevens ten behoeve van de strafvordering en de bestuursrechtelijke procedure;
- –
Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid.