Aanwijzingsregeling vestiging in de EU 2007
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 20-10-2007
- Bronpublicatie:
12-10-2007, Stcrt. 2007, 202 (uitgifte: 18-10-2007, regelingnummer: WJZ7120116)
- Inwerkingtreding
20-10-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2007, Stcrt. 2007, 202 (uitgifte: 18-10-2007, regelingnummer: WJZ7120116)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
1.
Een verklaring wordt uitsluitend afgegeven indien de aanvrager voldoet aan een van de in de artikelen 17, 18 en 19 van de richtlijn genoemde voorwaarden.
2.
De in het eerste lid bedoelde verklaring bevat een opgave van de feiten op grond waarvan zij wordt afgegeven, overeenkomstig het model, opgenomen in bijlage 1 bij de bekendmaking van de Commissie betreffende bewijzen, verklaringen en documenten die zijn voorgeschreven in de tot en met 1 juni 1973 door de Raad vastgestelde richtlijnen op het gebied van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten en betrekking hebben op
- —
de betrouwbaarheid,
- —
het feit dat er geen faillissement heeft plaatsgehad,
- —
de aard en de duur van de in de landen van herkomst uitgeoefende beroepswerkzaamheden (PbEG C 81).