V-N 2016/17.3
Belastingvrijstelling Koninklijk Huis geldt niet voor andere Nederlanders
HR 18-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:423, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 2016
- Magistraten
Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Van Hilten
- Zaaknummer
15/02213
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923190:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑03‑2016
ECLI:NL:HR:2016:423, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2420, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2015
- Wetingang
art. 40 lid 2 Grondwet; art. 26 IVBPR
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat belastingplichtigen zoals X zich niet kunnen beroepen op de belastingvrijstelling die geldt voor bepaalde leden van het Koninklijk Huis.
Samenvatting
Belanghebbende, X, stelt dat zijn aanslag IB/PVV 2011 dient te worden verminderd naar nihil en beroept zich daarbij op grond van het gelijkheidsbeginsel op de belastingvrijstelling voor bepaalde leden van het Koninklijk Huis (art. 40 lid 2 Gw).
De Hoge Raad oordeelt dat belastingplichtigen zich niet kunnen beroepen op de belastingvrijstelling die geldt voor bepaalde leden van het Koninklijk Huis. De Hoge Raad verwijst naar de onderdelen 6.10 t/m 6.14 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.