Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 22.1 [Verhouding tot andere wetten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
1.
De hoofdstukken 8 en 17 van deze wet zijn niet van toepassing op inrichtingen waarvoor een vergunning is vereist krachtens artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet, behoudens voor zover uit de bepalingen van die wet anders blijkt. Die hoofdstukken en die titel zijn evenmin van toepassing op inrichtingen, voor zover daarvoor bij of krachtens andere dan in de eerste volzin genoemde bepalingen van die wet vergunning is vereist of algemene voorschriften gelden, behoudens voor zover uit de bij of krachtens die wet gestelde bepalingen anders blijkt.
2.
Artikel 8.40 is niet van toepassing op activiteiten voor zover daaromtrent regels zijn gesteld op grond van artikel 4.3 van de Omgevingswet.
3.
De titels 9.2, 9.3 en 9.3a zijn niet van toepassing op gedragingen, voorzover daaromtrent regels zijn gesteld bij of krachtens de Geneesmiddelenwet, de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden of de hoofdstuk 2, paragraaf 3, van de Wet dieren.
4.
Titel 9.2 laat het met betrekking tot stoffen of mengsels bij of krachtens de Kernenergiewet bepaalde onverlet.
5.
Titel 9.2 is niet van toepassing op het vervoeren, het ten vervoer aanbieden en het ten vervoer aannemen, het laden en het lossen en het nederleggen tijdens het vervoer van stoffen, mengsels of micro-organismen, alsmede op het laten staan en het laten liggen van een vervoermiddel waarin of waarop zich zodanige stoffen, mengsels of micro-organismen of resten daarvan bevinden, voorzover daaromtrent regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet luchtvaart, dan wel op de handelingen, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen ten aanzien van stoffen, mengsels of micro-organismen, voorzover daaromtrent regels zijn gesteld bij of krachtens die wet. In afwijking van de eerste volzin is titel 9.2 van toepassing met betrekking tot de verpakking van micro-organismen, zijnde genetisch gemodificeerde organismen, indien die organismen zich bij de handelingen, bedoeld in de eerste volzin, niet bevinden in een verpakking die voldoet aan de regels die terzake zijn gesteld bij of krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen of de Wet luchtvaart.
6.
Krachtens titel 9.2 worden geen regels gesteld met betrekking tot het zich ontdoen van stoffen en mengsels door het brengen daarvan in oppervlaktewateren, voor zover in het stellen van zodanige regels is voorzien in op grond van artikel 4.3 van de Omgevingswet gestelde regels.
7.
Titel 9.5 is niet van toepassing op gedragingen, voor zover daaromtrent voorschriften gelden, die zijn gesteld bij of krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.
8.
Artikel 9.5.2 en hoofdstuk 10 zijn niet van toepassing op gedragingen, voor zover daaromtrent voorschriften gelden, die zijn gesteld bij of krachtens:
de Meststoffenwet,
de artikelen 3.1, 3.3 tot en met 3.6, 6.4 en 7.1 van de Wet dieren met betrekking tot dierlijke bijproducten,
de Kernenergiewet,
behoudens voor zover uit de bepalingen van die wetten of van deze wet anders blijkt.
9.
Artikel 9.5.2 is niet van toepassing op gedragingen, voor zover daaromtrent voorschriften met betrekking tot diervoeders gelden, die zijn gesteld bij of krachtens de Wet dieren.