Ik verwijs naar de conclusie van mijn ambtgenoot Jörg vóór HR 12 oktober 2010, LJN BN0581, punt 11, en mijn conclusie vóór HR 22 maart 2011, LJN BP6148, punt 27.
HR, 31-01-2012, nr. S 10/03770
ECLI:NL:HR:2012:BT1822
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31-01-2012
- Zaaknummer
S 10/03770
- Conclusie
Mr. Hofstee
- LJN
BT1822
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2012:BT1822, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2012
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BT1822
ECLI:NL:HR:2012:BT1822, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑01‑2012; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BT1822
- Wetingang
art. 240b Wetboek van Strafrecht
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2012-0072
NbSr 2012/108
Conclusie 31‑01‑2012
Mr. Hofstee
Partij(en)
Conclusie inzake:
[Verzoeker = verdachte]
1.
Het Gerechtshof te Arnhem heeft verzoeker bij arrest van 25 januari 2010 wegens het bezit van kinderporno veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twaalf maanden. Voorts heeft het Hof de onttrekking aan het verkeer van enkele voorwerpen bevolen, en de teruggave van enkele andere voorwerpen gelast.
2.
Namens verzoeker heeft mr. R.W.A. Offermans, advocaat te Zeewolde, een schriftuur ingezonden houdende drie middelen van cassatie.
3.
In het eerste middel, in samenhang met de toelichting daarop gelezen, ontwaar ik twee klachten. In de eerste plaats wordt geklaagd dat het Hof het verzoek tot nader onderzoek door een deskundige onvoldoende gemotiveerd heeft verworpen. De tweede klacht behelst de stelling dat het Hof het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt dat de gebruikte methode om op basis van de ontwikkeling van de geslachtskenmerken de leeftijd van de afgebeelde personen te schatten onbetrouwbaar is, onvoldoende gemotiveerd heeft verworpen.
4.
Wat de eerste klacht betreft — inzake de verwerping van het verzoek tot nader onderzoek door een deskundige -, vermeldt het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep d.d. 11 januari 2010 onder meer het volgende:
‘De verdachte en de raadsman voeren het woord tot verdediging. De raadsman voert verweren als weergegeven in het arrest.’
5.
In het bestreden arrest valt hierover te lezen:
‘Verzoek van de verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting een verzoek tot nader onderzoek van de inbeslaggenomen foto's gedaan. De verdediging heeft gesteld dat de in de tenlastelegging onder het eerste sterretje genoemde personen allen achttien jaar of ouder waren en wenst dat een deskundige een oordeel geeft over de leeftijd van de personen. De verdediging heeft voorts bepleit dat bij de in de tenlastelegging onder het tweede sterretje bedoelde afbeeldingen evenmin sprake is van kinderpornografie. Het gaat hier, in de ogen van de verdediging om medische afbeeldingen. De verdediging verzoekt een deskundige in te schakelen om de foto's te beoordelen.
Het hof zal — toetsend aan het noodzakelijkheidscriterium — de verzoeken afwijzen. Het hof acht zich op genoemde punten voldoende voorgelicht.
(…)
Beslissing
Het hof:
Wijst af het verzoek van de verdediging tot schorsing van het onderzoek ter terechtzitting teneinde een deskundigenonderzoek te laten verrichten.’
6.
Het Hof heeft het verzoek tot het doen verrichten van nader onderzoek door een deskundige afgewezen op grond van het noodzakelijkheidscriterium. Daarmee heeft het Hof, gezien art. 418, derde lid, Sv, de juiste toetsingsmaatstaf gehanteerd.
7.
Tevens heeft het Hof die verwerping voldoende gemotiveerd. Een verzoek tot het horen van een deskundige moet stellig, duidelijk en (voldoende) onderbouwd zijn.1. Het door de verdediging ter terechtzitting aangevoerde kan niet als een dergelijk verzoek worden aangemerkt. In weerwil van het middel blijkt immers uit de zich in het dossier bevindende stukken niet dat (de raadsman van) verzoeker in hoger beroep heeft aangevoerd dat en waarom de methode van schatting van de leeftijd op basis van geslachtskenmerken onbetrouwbaar zou zijn.
8.
Nu het verzoek van de verdediging slechts summier was gemotiveerd, hoefde het Hof de verwerping van het verzoek niet meer of anders te motiveren dan dat het heeft gedaan. De eerste klacht faalt.
9.
De tweede klacht behoeft nauwelijks bespreking. In het bestreden arrest heeft het Hof het volgende overwogen ten aanzien van de betrouwbaarheid van de gebruikte bewijsmiddelen:
‘Overweging met betrekking tot bet bewijs
Het hof is van oordeel dat het door en namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder het eerste en derde sterretje tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.’
10.
Uit het bestreden arrest noch uit het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep blijkt dat verzoeker of diens raadsman heeft aangevoerd dat de in de onderhavige zaak gebruikte methode om de leeftijd van de afgebeelde personen te schatten onbetrouwbaar zou zijn. De klacht mist daarom feitelijke grondslag.2.
11.
Beide klachten van het middel falen.
12.
Het tweede middel, in samenhang met de toelichting daarop gelezen, behelst de klacht dat de bewezenverklaring onvoldoende met redenen is omkleed, aangezien de bewezenverklaring van het onder het derde sterretje ten laste gelegde niet uit de door het Hof gebruikte bewijsmiddelen kan worden afgeleid. Het beeldmateriaal op de videoband betreft volgens de steller van het middel een documentaire van de Belgische televisiezender Canvas, waarvan verzoeker enkel een deel heeft opgenomen.
13.
Ten laste van verzoeker is bewezen verklaard — voor zover hier van belang — dat:
‘Hij op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2004 tot en met 11 september 2007 in Nederland, afbeeldingen (foto's) en één, videoband en een gegevensdrager (zijnde een mobiele telefoon), bevattende/dragende
- —
meerdere beeldfiles, zijnde multimediafiles en
- —
één film, bevattende telkens afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten:
(…)
- *
afbeelding(en) waarop (een) perso(o)n(en), kennelijk jonger dan acht en/of tien en/of twaalf jaar, geheel of gedeeltelijk ontkleed poses aanne(e)m(t)(en), gericht op seksuele prikkeling en/of waarbij het geslachtsdeel en/of de anus van die perso(o)n(en) nadrukkelijk in beeld is/zijn gebracht, te weten, onder andere de afbeeldingen:
- —
close-up kleurenopname van een penis. Leeftijd afgebeelde 4–8 jaar.
- —
Jongen, kennelijk, 3–6 jaar, staande met een ontbloot onderlijf, beeld is gericht op zijn onderlijf. Hij heeft met zijn rechterhand zijn penis vast. Serie van 16 soortgelijke foto's.
- —
videoband, tellerstand 00:00:13. in beeld zijn close-up opnamen van een penis van een jongen, leeftijd kennelijk 6–9 jaar oud en jongen met kennelijke leeftijd van 12–14 jaar oud,
bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, telkens in bezit heeft gehad.’
14.
In het bestreden arrest heeft het Hof hieromtrent overwogen:
‘Overweging met betrekking tot het bewijs
Het hof is van oordeel dat het door en namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder het eerste en derde sterretje tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Met betrekking tot het onder het derde sterretje tenlastegelegde is namens verdachte betoogd dat het beeldmateriaal op de videoband een documentaire betreft die op de Belgische televisiezender Canvas is uitgezonden en door verdachte op videoband is opgenomen. De verdediging is van oordeel dat verdachte op grond daarvan van dit gedeelte van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Op de betreffende videoband staan geen videobeelden van een volledige documentaire. Verdacht[e] heeft, zoals ter zitting is meegedeeld, enkele fragmenten uit de documentaire geselecteerd en op videoband vastgelegd. Verdachte heeft de documentaire aldus doende bewerkt. Gelet op de door verdachte geïsoleerde fragmenten uit de documentaire is het hof van oordeel dat sprake is van kinderpornografie.’
15.
Verzoeker heeft ter terechtzitting van het Hof d.d. 11 januari 2010 aangaande de betreffende videoband verklaard:
‘De videobeelden heb ik van de televisie opgenomen. Het was een programma over de puberteit dat op de zender Canvas is uitgezonden. Ik weet niet hoe laat het werd uitgezonden. Van dat programma heb ik enkele fragmenten geselecteerd en op videoband vastgelegd.’
16.
De overweging van het Hof dat verzoeker met de door hem geselecteerde seksueel getinte fragmenten de documentaire heeft bewerkt, is niet onbegrijpelijk. Door immers louter deze fragmenten uit de documentaire op videoband op te nemen, is het karakter daarvan wezenlijk anders geworden dan het karakter van de documentaire als zodanig.
17.
De volgende vraag die zich aandient, is of het Hof heeft kunnen oordelen dat de aaneenschakeling van de door verzoeker geselecteerde fragmenten beeldmateriaal van een ‘seksuele gedraging’ in de zin van art. 240b Sr bevat.3.
18.
Voor de beantwoording van die vraag is het arrest van HR 7 december 2010, LJN BO6446, NJ 2011, 81 van belang. De Hoge Raad overweegt in dat arrest dat het bestanddeel ‘seksuele gedraging’ in art. 240b Sr niet alleen ziet op afbeeldingen van gedragingen van expliciet seksuele aard, waarbij het gaat om een gedraging die reeds door haar karakter strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Het bepaalde in art. 240b Sr omvat, aldus de Hoge Raad, ook afbeeldingen die weliswaar niet een gedraging van expliciet seksuele aard in de hiervoor aangegeven zin tonen, maar die, gelet op de wijze waarop zij tot stand zijn gekomen eveneens strekken tot het opwekken van seksuele prikkeling. Daarbij kan het gaan om een afbeelding van iemand in een houding of omgeving die weliswaar op zichzelf of in andere omstandigheden ‘onschuldig’ zou kunnen zijn, maar die in het concrete geval een onmiskenbaar seksuele strekking heeft.
19.
Gezien de hierboven onder punt 16 weergegeven overweging, heeft het Hof kennelijk geoordeeld dat de documentaire door verzoeker zodanig bewerkt is — in de bedoelde geïsoleerde fragmenten komen uitsluitend naakte kinderen voor — dat de videoband afbeeldingen van seksuele gedragingen en/of houdingen bevat. Daarbij wil ik niet onvermeld laten dat verzoeker, naar hij heeft verklaard, seksueel opgewonden raakt van blote jongens en dat blijkens het bestreden arrest bij hem meer kinderpornografie is gevonden.
20.
Het vorenbedoelde oordeel van het Hof geeft dan ook geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. De bewezenverklaring kan uit de gebezigde bewijsmiddelen worden afgeleid.
21.
Het middel faalt.
22.
Het derde middel bevat een voorwaardelijke klacht, te weten dat de redelijke termijn in de cassatiefase mogelijk wordt overschreden. Nu verzoeker op 8 februari 2010 beroep in cassatie heeft ingesteld, zie ik dat niet zo snel gebeuren. Als hier al kan worden gesproken van een middel in de zin van de wet, mist het thans feitelijke grondslag.
23.
Het middel is tevergeefs voorgesteld.
24.
De middelen falen en kunnen worden afgedaan met de in art. 81 RO bedoelde motivering.
25.
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van het bestreden arrest behoren te leiden.
26.
Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
A-G
Uitspraak 31‑01‑2012
Inhoudsindicatie
Art. 240b Sr. Bezit kinderpornografie. Zonder nadere motivering valt niet in te zien hoe fragmenten van een televisiedocumentaire over puberteit die geen afbeeldingen van een seksuele gedraging in de zin van art. 240b Sr bevatten, door het enkele selecteren, isoleren en opnemen op videoband afbeeldingen van seksuele gedragingen zijn geworden waartoe de in die fragmenten figurerende jeugdigen zijn gebracht (vgl. HR LJN AF6437). De Hoge Raad spreekt verdachte om doelmatigheidsredenen vrij van het betreffende onderdeel van de tenlastelegging en laat de strafoplegging in stand.
31 januari 2012
Strafkamer
nr. S 10/03770
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 25 januari 2010, nummer 21/005115-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, ten tijde van de betekening van de aanzegging uit anderen hoofde gedetineerd in de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.W.A. Offermanns, advocaat te Zeewolde, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Tenlastelegging, bewezenverklaring en bewijsvoering
2.1. Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
"hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2004 tot en met 11 september 2007 te Veessen, gemeente Heerde, in elk geval in Nederland, 201 afbeelding(en) (foto's), althans één of meerdere afbeeldingen, en/of twee, althans één, videoband(en) en/of een gegevensdrager (zijnde een mobiele telefoon), bevattende/dragende
- 1156, althans één of meerdere, beeldfile(s), zijnde (een) multimediafile(s) en/of
- 6, althans één of meerdere, film(s),
bevattende (telkens) één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten, onder andere:
* afbeelding(en) waarop (een) perso(o)n(en) kennelijk jonger dan twaalf en/of zestien jaar zijn/hun penissen oraal en/of anaal inbrengen en/of ingebracht houden en/of het geslachtsdeel vasthouden bij/van (een) perso(o)n(en), kennelijk jonger dan twaalf en/of zestien jaar, te weten, onder andere de afbeeldingen (dossier PL0618/07-362389):
- 0646.01.02.05.07.1 (blz. 87): 4 foto's waarop is weergegeven dat er orale seksuele handelingen worden verricht door jongens, allen in de kennelijke leeftijd van 10-16 jaar oud.
- 0646.01.02.05.07.1 (blz. 87): 1 foto waarop 2 jongens zijn afgebeeld, kennelijke leeftijd 10-12 jaar oud, die elkaars penissen vasthouden.
- multimediafile 10 (blz. 161): 2 jongens, leeftijd 12-16 jaar. De ene jongen heeft zijn penis anaal ingebracht bij de andere jongen.
en/of:
* afbeelding(en) waarop meerdere, althans één volwassen perso(o)n(en) het geslachtsdeel van een persoon kennelijk jonger dan acht jaar en/of 12 jaar betast(en) en/of vasthoud(t)(en), te weten, onder andere de afbeeldingen (dossier PL0618/07-362389):
- 0646.01.02.01.15 (blz. 84): kleurenopname van een onderlijf waarbij het accent ligt op de penis. Deze penis wordt vastgepakt door de hand van een volwassen persoon. Leeftijd afgebeelde 4-8 jaar.
- 0646.01.02.05.07.1 (blz. 87): 1 foto waarop een jongen, leeftijd 10-12 jaar oud, wordt vastgehouden door drie (volwassen) personen. De jongen is naakt en één van de personen heeft de penis van de jongen vast.
- Multimediafile nr. 2 (blz. 159): Close-up opname van het ontblote onderlijf van een jongen. Een hand van een kennelijk volwassen persoon heeft de balzak van de jongen vast. Leeftijd afgebeelde 4-8 jaar.
en/of:
* afbeelding(en) waarop (een) perso(o)n(en), kennelijk jonger dan acht en/of tien en/of twaalf jaar, geheel of gedeeltelijk ontkleed poses aanne(e)m(t)(en), gericht op seksuele prikkeling en/of waarbij het geslachtsdeel en/of de anus van die perso(o)n(en) nadrukkelijk in beeld is/zijn gebracht, te weten, onder andere de afbeeldingen (dossier PL0618/07-362389):
- 0646.01.02.01.1.6 en/of 0646.01.02.01.1.11 en/of 0646.01.02.01.1.12 en/of 0646.01.02.01.1.13 en/of 0646.01.02.01.1.14 (blz. 84): close-up kleurenopname van een penis. Leeftijd afgebeelde 4-8 jaar.
- Multimediafile 4 (blz. 160): Jongen, kennelijk 3-6 jaar, staande met een ontbloot onderlijf, beeld is gericht op zijn onderlijf. Hij heeft met zijn rechterhand zijn penis vast. Serie van 16 soortgelijke foto's.
- 0646.01.05.02.02.9 (blz. 246): videoband, tellerstand 00:00:13. In beeld zijn close-up opnamen van een penis van een jongen, leeftijd kennelijk 6-9 jaar oud en jongen met kennelijke leeftijd van 12-14 jaar oud.
Bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken en/of schijnbaar was betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit heeft gehad."
2.2. Daarvan is bewezenverklaard dat:
"hij op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2004 tot en met 11 september 2007 in Nederland afbeeldingen (foto's) en één videoband en een gegevensdrager (zijnde een mobiele telefoon), bevattende/dragende
- meerdere beeldfiles, zijnde multimediafiles en
- één film,
bevattende telkens afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten:
* afbeelding(en) waarop (een) perso(o)n(en) kennelijk jonger dan twaalf en/of zestien jaar zijn/hun penissen oraal en/of anaal inbrengen en/of ingebracht houden en/of het geslachtsdeel vasthouden bij/van (een) perso(o)n(en), kennelijk jonger dan twaalf en/of zestien jaar, te weten, onder andere de afbeeldingen
- 4 foto's waarop is weergegeven dat er orale seksuele handelingen worden verricht door jongens, allen in de kennelijke leeftijd van 10-16 jaar oud.
- 1 foto waarop 2 jongens zijn afgebeeld, kennelijke leeftijd 10-12 jaar oud, die elkaars penissen vasthouden.
- 2 jongens, leeftijd 12-16 jaar. De ene jongen heeft zijn penis anaal ingebracht bij de andere jongen.
en/of
* afbeelding(en) waarop (een) perso(o)n(en), kennelijk jonger dan acht en/of tien en/of twaalf jaar, geheel of gedeeltelijk ontkleed poses aanne(e)m(t)(en), gericht op seksuele prikkeling en/of waarbij het geslachtsdeel en/of de anus van die perso(o)n(en) nadrukkelijk in beeld is/zijn gebracht, te weten, onder andere de afbeeldingen:
- close-up kleurenopname van een penis. Leeftijd afgebeelde 4-8 jaar.
- Jongen, kennelijk 3-6 jaar, staande met een ontbloot onderlijf, beeld is gericht op zijn onderlijf. Hij heeft met zijn rechterhand zijn penis vast. Serie van 16 soortgelijke foto's.
- videoband, tellerstand 00:00:13. In beeld zijn close-up opnamen van een penis van een jongen, leeftijd kennelijk 6-9 jaar oud en jongen met kennelijke leeftijd van 12-14 jaar oud,
bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, telkens in bezit heeft gehad."
2.3.1. Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
a. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten dan wel een van hen:
"Werkwijze
1e selectie:
Alle inbeslaggenomen videobanden werden in hun geheel bekeken met daarvoor geschikte videoapparatuur.
De inhoud van de videobanden werd bekeken en beoordeeld op de mogelijke aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal. Bij aantreffen van kennelijk kinderpornografisch materiaal werd de desbetreffende videoband ter definitieve beoordeling geselecteerd.
2e selectie:
De geselecteerde videobanden werden daarop door ons, verbalisanten, beiden coördinator kinderporno, opnieuw beoordeeld op de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal.
Bij een eensluidende conclusie is door ons dit proces-verbaal opgemaakt en het aangetroffen kinderpornografisch materiaal conform de daarvoor geldende richtlijnen omschreven.
Als criterium voor aantreffen kinderpornografie wordt gehandeld conform de richtlijn van het college van procureurs-generaal de "aanwijzing kinderpornografie (artikel 240B Wetboek van strafrecht)" van 01 september 2007 /Nr. 2007A020.
Tanner tabellen
De leeftijd van de afgebeelde jeugdigen, wordt geschat aan de hand van de ontwikkelingsstadia van de uitwendige geslachtskenmerken zoals weergegeven in de tabellen van dokter Tanner tenzij de leeftijd van de jeugdige bekend was of tijdens het onderzoek bekend is geworden. De beschrijving van de Tannertabel wordt als bijlage bij het dossier gevoegd.
De onderzochte videobanden waarop kinderpornografisch materiaal is aangetroffen zijn afkomstig van de navolgende verdachte:
Verdachte
Naam: [achternaam verdachte]
Voornamen: [voornamen verdachte]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1970
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Adres: [adres]
Postcode/woonplaats: [woonplaats]
1.
Inbeslagnamenummer: 0646.04.05.02.02.9
Type band: videoband (VHS)
Korte beschrijving: tellerstand 00:00:13. In beeld zijn close-up opnamen van een penis van een jongen, kennelijke leeftijd 6 tot 9 jaar oud en een jongen met de kennelijke leeftijd van 12-14 jaar oud.
Seksuele gedragingen: poseren."
b. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:
"De videobeelden heb ik van de televisie opgenomen. Het was een programma over de puberteit dat op de zender Canvas is uitgezonden. Van dat programma heb ik enkele fragmenten geselecteerd en op videoband vastgelegd."
2.3.2. Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts nog het volgende overwogen:
"Het hof is van oordeel dat het door en namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder het eerste en derde sterretje tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Met betrekking tot het onder het derde sterretje tenlastegelegde is namens verdachte betoogd dat het beeldmateriaal op de videoband een documentaire betreft die op de Belgische televisiezender Canvas is uitgezonden en door verdachte op videoband is opgenomen. De verdediging is van oordeel dat verdachte op grond daarvan van dit gedeelte van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Op de betreffende videoband staan geen videobeelden van een volledige documentaire. Verdachte heeft, zoals ter zitting is meegedeeld, enkele fragmenten uit de documentaire geselecteerd en op videoband vastgelegd. Verdachte heeft de documentaire aldus doende bewerkt. Gelet op de door verdachte geïsoleerde fragmenten uit de documentaire is het hof van oordeel dat sprake is van kinderpornografie."
3. Beoordeling van het tweede middel
3.1. Het middel beoogt kennelijk te klagen dat de bewezenverklaring wat betreft de in de tenlastelegging onder het derde sterretje genoemde videoband niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.
3.2. Art. 240b, eerste lid, Sr luidde ten tijde van het tenlastegelegde als volgt:
"Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreidt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of in bezit heeft."
3.3. Het Hof heeft wat betreft de in het middel bedoelde videoband vastgesteld dat de verdachte enkele fragmenten van een op televisie uitgezonden documentaire over puberteit heeft geselecteerd en vervolgens op videoband heeft opgeslagen en dat deze fragmenten close-up opnamen betreffen van een penis van een jongen van kennelijk 6 tot 9 jaar oud en van een jongen van kennelijk 12 tot 14 jaar oud. Het Hof heeft geoordeeld dat deze fragmenten door de handelwijze van de verdachte afbeeldingen zijn geworden in de zin van art. 240b Sr.
3.4. Zonder nadere motivering valt niet in te zien hoe fragmenten van een televisiedocumentaire die geen afbeeldingen van een seksuele gedraging in de zin van art. 240b Sr bevatten, door het enkele selecteren, isoleren en opnemen op videoband afbeeldingen van seksuele gedragingen zijn geworden waartoe de in die fragmenten figurerende jeugdigen zijn gebracht (vgl. HR 10 juni 2003, LJN AF6437, NJ 2003/609). Dat brengt mee dat 's Hofs oordeel dat de op die videoband bevindende fragmenten afbeeldingen zijn in de zin van art. 240b Sr niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.
3.5. Het middel treft dus doel. Om redenen van doelmatigheid zal de Hoge Raad, met vernietiging van de bestreden uitspraak in zoverre, de verdachte vrijspreken van het hem tenlastegelegde wat betreft de aldaar onder het derde sterretje bedoelde videoband. Daardoor worden de aard en ernst van hetgeen is bewezenverklaard niet aangetast, zodat vernietiging ter zake van de strafoplegging achterwege kan blijven.
4. Beoordeling van de overige middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
5. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, doch uitsluitend wat betreft de beslissingen met betrekking tot de in de tenlastelegging onder het derde sterretje bedoelde videoband;
spreekt de verdachte vrij van voormeld onderdeel van de tenlastelegging;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 31 januari 2012.