RO 2013/35
Aansprakelijkheidsprocedure na beschikking Europese Commissie wegens overtreding art. 101 VwEU. Behoeft een op het moment van inbreng en splitsing nog niet bekende onrechtmatige daadsvordering te worden geconcretiseerd in de beschrijving van vermogensbestanddelen? (Tennet TSO B.V./ABB B.V.)
Rb. Oost-Nederland 16-01-2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ0403 (Tennet/ABB)
- Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
- Datum
16 januari 2013
- Magistraten
Mrs. N.W. Huijgen, S.H. Bokx-Boom, G.J. Meijer
- Zaaknummer
208812 / HA ZA 10-2411
- LJN
BZ0403
- Roepnaam
Tennet/ABB
- JCDI
JCDI:ADS913696:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBONE:2013:BZ0403, Uitspraak, Rechtbank Oost-Nederland, 16‑01‑2013
- Wetingang
art. 2:334f, 6:102, 162, 166 BW; art. 101 VwEU
Essentie
Aansprakelijkheidsprocedure na beschikking Europese Commissie wegens overtreding art. 101 VwEU. Aansprakelijkheid wegens groepshandelen en/of samenlopende oorzaken.
Behoeft een op het moment van inbreng en splitsing nog niet bekende onrechtmatige daadsvordering te worden geconcretiseerd in de beschrijving van vermogensbestanddelen?
Samenvatting
In 1993 heeft N.V. Samenwerkende electriciteitsbedrijven (Sep) een overeenkomst gesloten met ABB Transport en Distributie B.V. (ABB T&D) op grond waarvan ABB T&D een GGS-installatie heeft verkocht en geleverd aan Sep. Sep heeft in 1998 het economische eigendom van een aantal activa overgedragen aan TenneT. In 2001 heeft Sep vervolgens deze vermogensbestanddelen bij wege van splitsing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.