M en R 2020/107
Kwalificeren de kosten die de gemeente op de curator zou kunnen verhalen wegens het niet voldoen aan de wettelijke verplichting tot het herstellen van bodemverontreiniging die vóór faillissementsdatum heeft plaatsgevonden, als boedelschuld? Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.
Rb. Rotterdam 23-09-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:8544, m.nt. F.C.S. Warendorf
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
23 september 2020
- Magistraten
Volker
- Zaaknummer
C/10/578643 / HA ZA 19-673
- Noot
F.C.S. Warendorf
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS239886:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2020:8544, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 23‑09‑2020
- Wetingang
Essentie
Kwalificeren de kosten die de gemeente op de curator zou kunnen verhalen wegens het niet voldoen aan de wettelijke verplichting tot het herstellen van bodemverontreiniging die vóór faillissementsdatum heeft plaatsgevonden, als boedelschuld? Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.
Samenvatting
De rechter kan de Hoge Raad een rechtsvraag stellen ter beantwoording bij wijze van prejudiciële beslissing, indien een antwoord op deze vraag nodig is om op de vordering te beslissen en rechtstreeks van belang is voor de beslechting of beëindiging van talrijke andere uit soortgelijke feiten voortvloeiende geschillen, waarin dezelfde vraag zich voordoet (artikel 392 lid 1 aanhef en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.