Einde inhoudsopgave
Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik
Artikel 6 (minimum inzamelingspercentage voor kunststofhoudend vistuig)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
17-06-2021, Stb. 2021, 294 (uitgifte: 23-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2021, Stb. 2021, 294 (uitgifte: 23-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
1.
Producenten van kunststofhoudend vistuig zijn verantwoordelijk voor de inzameling van een jaarlijks minimumpercentage afval van kunststofhoudend vistuig, dat voor 2022 tenminste 23% bedraagt van door hen in dat jaar in Nederland in de handel gebracht kunststofhoudend vistuig en voor de jaren 2023 tot en met 2027 per jaar 3% hoger ligt.
2.
Onze Minister kan het percentage met ten hoogste 10% naar boven of naar beneden bijstellen voor 2022 en dat voor de jaren 2023 tot en met 2027 jaarlijks met ten hoogste 3%, indien de resultaten of verwachtingen van de haalbaarheid daarvan daartoe aanleiding geven.
3.
Het jaarlijks minimumpercentage afval van kunststofhoudend vistuig, bedoeld in het eerste lid, geldt na inwerkingtreding van artikel 7 ook als nationaal jaarlijks minimuminzamelingspercentage als bedoeld in artikel 8, achtste lid, van EU-richtlijn kunststofproducten voor eenmalig gebruik.