Einde inhoudsopgave
Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 334 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32026)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Begroting
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Indien op grond van artikel 26, eerste lid, tegen een besluit beroep is ingesteld, kan een daartoe door de Vicepresident van de Raad van State aangewezen staatsraad op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2.
Een verzoek om voorlopige voorziening kan worden gedaan door het bestuur dat het beroep instelde.
3.
De artikel[lees: Artikel]45 van de Wet op de Raad van State is van overeenkomstige toepassing.
4.
De artikelen 6:5, 6:6, 6:14, 6:15, 6:17, 6:21, 8:68, 8:72, vijfde lid, en 8:83, eerste, derde en vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
5.
De staatsraad, bedoeld in het eerste lid, doet zo spoedig mogelijk schriftelijk of mondeling uitspraak.
6.
De uitspraak strekt tot:
- a.
onbevoegdheid van de staatsraad, bedoeld in het eerste lid,
- b.
niet-ontvankelijkverklaring van het verzoek,
- c.
afwijzing van het verzoek, of
- d.
gehele of gedeeltelijke toewijzing van het verzoek.
7.
De staatsraad, bedoeld in het eerste lid, kan de voorlopige voorziening, op verzoek en ambtshalve, opheffen of wijzigen, nadat hij partijen heeft gehoord, althans behoorlijk heeft opgeroepen. De artikelen 6:4, derde lid, 6:5, 6:6, 6:14, 6:15, 6:17, 6:21 en 8:83 eerste, derde en vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
8.
De voorlopige voorziening vervalt, zodra door Ons is beslist, voor zover daarvoor in Ons besluit geen ander tijdstip is aangegeven.