FED 2017/85
Bestuurdersaansprakelijkheid
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:530, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Overgaauw, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
15/02939
- Noot
J.W. Zwemmer
- JCDI
JCDI:ADS274000:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:530, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:204, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑08‑2015
- Wetingang
Art. 36 lid 3 Invorderingswet 1990
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid
Samenvatting
Een bestuurder kan zich voor niet-betaling van belastingschulden niet beroepen op pandrecht van de bank. Hij behoeft de ontvanger evenwel niet te informeren over de gedragslijn van de bank. Faillissement van het lichaam staat er niet aan in de weg dat het niet doen van aangiften loonbelasting en omzetbelasting onbehoorlijk bestuur oplevert. Het niet aansprakelijk stellen van alle bestuurders kan schending van het gelijkheidsbeginsel opleveren. Aansprakelijkstelling voor invorderingsrente is pas mogelijk als de rente is vastgelegd in een invorderingsrentebeschikking.
Uitspraak
Het geschil betreft een aansprakelijkstelling voor niet betaalde naheffingsaanslagen LB en OB over de periode 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.