RvdW 2016/18
Geen schending nemo tenetur door afgifte administratie.
HR 24-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3354
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 november 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/04288
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3354, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1619, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑12‑2014
- Wetingang
Essentie
De afgifte van de administratie door de verdachte aan belastingmedewerkers vond niet onder dwang plaats. De enkele omstandigheid dat de medewerking van de verdachte nodig is ter verkrijging van documenten waarin een verklaring van de verdachte is vervat, brengt niet mee dat sprake is van ‘wilsafhankelijk bewijsmateriaal’.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 11 juli 2014, nummer 21/007647-13, in de strafzaak tegen: K. Adv.: mr. N. van Schaik, te Utrecht.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel, zie 2.1 (red.).