V-N 2022/10.6
Box 3-heffing na ambtshalve vermindering beperkt tot werkelijk rendement
Rb. Noord-Holland 07-01-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:867, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
7 januari 2022
- Magistraten
De Soeten
- Zaaknummer
HAA 20/1920
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS635444:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNHO:2022:867, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 07‑01‑2022
- Wetingang
art. 5.2 lid 1 Wet IB 2001
Essentie
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het berekenen van het belastbaar inkomen op basis van het fictieve rendement een buitensporige last vormt.
Samenvatting
X is woonachtig in Nederland en heeft een box 3-vermogen van € 872.796. Op basis van het forfaitaire rendement heeft X een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 38.853. Het daadwerkelijk rendement op het vermogen is echter slechts € 9516. Nadat zijn aanslag onherroepelijk is komen vast te staan, komt X in bezwaar met het argument dat, nu het daadwerkelijke rendement significant lager is dan het fictieve rendement, er sprake is van een buitensporige last en van strijdigheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.