NJ 1943/857
Zwarighedengeding. Erfdeel tweede echtgenoote. Legitieme portie. Executeursloon. Bevoegdheden executeur. Bindende taxatie.
Rb. Haarlem 30-03-1943, ECLI:NL:RBHAA:1943:9
- Instantie
Rechtbank Haarlem
- Datum
30 maart 1943
- Magistraten
Mrs. Pit, Ferwerda, van Oldenborgh, plv
- Zaaknummer
[30031943/NJ_1943-857]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS132513:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBHAA:1943:9, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 30‑03‑1943
- Wetingang
(BW art. 899a, 1052-1060, 1068, 1123, 1374; Rv art. 607.)
Essentie
Zwarighedengeding. Erfdeel tweede echtgenoote. Legitieme portie. Executeursloon. Bevoegdheden executeur. Bindende taxatie.
Samenvatting
Waar art. 899 a B. W. bepaalt, dat de tweede echtgenoote niet meer mag erven dan het minste gedeelte, dat één der kinderen uit eerste huwelijk geniet, is met „genieten" niet bedoeld „feitelijk uit de nalatenschap ontvangen", maar „krachtens testament of wel gerechtigd zijn tot".
Bij de toepassing dezer bepaling moet buiten beschouwing blijven het feit, dat het betreffende „kindsdeel" onder bewind gesteld is.
De legitimaris, die zich zonder voorbehoud neerlegt bij de executeele en het bezit van den executeur, moet ook zijn deel in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.