RvdW 2017/162
Onteigening. Voordeel voor onteigende uit te hoog voorschot na vervroegde onteigening verrekenen met schadeloosstelling?; Hoge Raad komt terug van eerdere rechtspraak. Terugbetaling van het teveel ontvangene; wettelijke rente. Cassatieberoep tegen tussenvonnis; niet-ontvankelijkheid.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 januari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02617
- Conclusie
wnd. A-G mr. J.C. van Oven
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Onteigeningsrecht / Onteigening
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:94, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:986, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑06‑2015
- Wetingang
Art. 40d, art. 54t OW; art. 6:81-83, 6:119 BW
Essentie
Onteigening. Voordeel voor onteigende uit te hoog voorschot na vervroegde onteigening verrekenen met schadeloosstelling?; Hoge Raad komt terug van eerdere rechtspraak. Terugbetaling van het teveel ontvangene; wettelijke rente. Cassatieberoep tegen tussenvonnis; niet-ontvankelijkheid.
De Hoge Raad komt (gedeeltelijk) terug van eerdere rechtspraak. Thans moet gelden dat bij de vaststelling van de schadeloosstelling (ook ingeval het niet de vergoeding van de werkelijke waarde van het onteigende betreft) geen rekening moet worden gehouden met voordelen die de onteigende eventueel kan genieten uit het (achteraf bezien) te hoge voorschot dat hem na de vervroegde onteigening is betaald. Dit laat onverlet dat de ...