NJB 2023/2197
Verdeling huwelijksvermogen. Familiebanklening. Schulden van de gemeenschap. Schenking. Hoge Raad: Indien het hof de familiebankleningen als geldleningen heeft aangemerkt, geeft zijn oordeel blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Ook indien het hof heeft geoordeeld dat in werkelijkheid sprake was van een schenking, geeft zijn oordeel blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
HR 15-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1218
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 september 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
22/03860
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1218, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:513, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2023
- Wetingang
Essentie
Verdeling huwelijksvermogen. Familiebanklening. Schulden van de gemeenschap. Schenking. Hoge Raad: Indien het hof de familiebankleningen als geldleningen heeft aangemerkt, geeft zijn oordeel blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Ook indien het hof heeft geoordeeld dat in werkelijkheid sprake was van een schenking, geeft zijn oordeel blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Partij(en)
De man, adv. mr. P.A. Fruytier, vs. de vrouw, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In 2005 zijn partijen getrouwd in gemeenschap van goederen. In 2008 hebben zij als geldleners en de ouders van de man als geldgevers een overeenkomst eigenwoninglening (deel 1) ondertekend, waarbij € 63.000 is geleend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.