Einde inhoudsopgave
Zaaizaad- en plantgoedwet 2005
Artikel 38 [Uitblijven betaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2006
- Bronpublicatie:
19-02-2005, Stb. 2005, 184 (uitgifte: 07-04-2005, kamerstukken: 29650)
- Inwerkingtreding
01-02-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-2006, Stb. 2006, 41 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De toelating van een ras of opstand vervalt van rechtswege, zodra zes maanden zijn verstreken sinds de vergoeding, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel f, verschuldigd is geworden, zonder dat betaling daarvan heeft plaats gehad. Van dit vervallen wordt in het rassenregister aantekening gedaan.
2.
Indien binnen veertien dagen na de vervaldag niet is betaald wordt degene, die volgens het rassenregister instandhouder van het ras is, dan wel de aanvrager van de toelating van een opstand, door de Raad bij aangetekende brief aan zijn verplichting tot betaling herinnerd.