Verzuimboete voor bv sluit strafvervolging van dga niet uit

Documentgegevens:

HR 15-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:364

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 15 maart 2022
Zaaknummer: 19/02761
Vakgebied(en): Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal strafrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2022:364, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1115, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2020
Wetingang: Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 69)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 67c)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 67b)Wetboek van Strafvordering (BWBR0001903, 255)Wetboek van Strafvordering (BWBR0001903, 243)

Essentie

De Hoge Raad oordeelt dat de strafrechtelijke vervolging van een natuurlijk persoon wegens een belastingverzuim mogelijk is, nadat voor dat verzuim ook al een definitieve fiscale sanctie is opgelegd aan zijn bv.

Samenvatting

X is indirect (enig) aandeelhouder en bestuurder van A bv die handelt in voedingssupplementen. A bv is uitgenodigd tot het doen van BTW-aangiften. De aangifte over het eerste kwartaal van 2015 doet A bv niet, zodat twee verzuimboeten van € 65 en € 50 zijn opgelegd wegens (i) de niet-(volledige) betaling op aangifte en (ii) de niet-(tijdige) indiening van de aangifte. Voor andere tijdvakken zijn steeds ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.