Einde inhoudsopgave
Wet controle op rechtspersonen
Artikel 5 [Risicomelding]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
27-10-2011, Stb. 2011, 500 (uitgifte: 08-11-2011, kamerstukken: 32863)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2011, Stb. 2011, 592 (uitgifte: 12-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
1.
Onze Minister kan uit eigen beweging of desgevraagd, ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid, in individuele gevallen risicomeldingen doen aan bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen bestuursorganen, diensten, toezichthouders en andere personen, belast met de opsporing van strafbare feiten, onderscheidenlijk het toezicht op de naleving van wetgeving.
2.
Gegevens over de echtgenoot, geregistreerd partner of levensgezel, de ouders, kinderen en kleinkinderen van de in artikel 4, eerste en tweede lid bedoelde personen worden alleen in een risicomelding opgenomen, indien dat nodig is voor de onderbouwing van die risicomelding.
3.
Een ieder die krachtens deze wet de beschikking krijgt over gegevens met betrekking tot een derde die zijn neergelegd in een risicomelding is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij bij algemene maatregel van bestuur mededeling wordt toegestaan.
4.
Van het doen van een risicomelding wordt aantekening gehouden. Deze aantekening wordt gedurende twee jaren bewaard.
5.
Het bestuursorgaan dat een risicomelding ontvangt, kan gedurende twee jaren gebruik maken van die melding.
6.
Indien binnen de in het vierde lid bedoelde gebruikstermijn geen gebruik is gemaakt van de risicomelding, verwijdert het ontvangende bestuursorgaan na ommekomst van deze termijn de risicomelding uit zijn administratie.