Regeling geluidniveaus aan boord van vissersvaartuigen
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
05-12-2016, Stcrt. 2016, 66374 (uitgifte: 12-12-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2016/273177)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2016, Stcrt. 2016, 66374 (uitgifte: 12-12-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2016/273177)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Met gehoorbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 3 worden ten minste de in onderstaande tabel vermelde niveauverlagingen verkregen. De niveauverlaging, die getoetst wordt aan de waarde in de tabel, wordt verkregen door de gemiddelde waarde van de met de gehoorbeschermingsmiddelen verkregen niveauverlaging te verminderen met de standaardafwijking, gemeten volgens de ISO-Norm 4969.
Middenfrequentie van de octaafbanden (in Hz) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Type gehoorbeschermingsmiddel | 125 | 250 | 500 | 1.000 | 2.000 | 3.150 | 4.000 | 6.300 |
Oordoppen | 0 | 5 | 10 | 15 | 22 | 22 | 22 | 22 |
Oorkappen | 5 | 12 | 20 | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 |
2.
Bij de vaststelling van de in paragraaf 2 en artikel 4 voorgeschreven grenswaarden geldt als uitgangspunt dat gehoorbeschermingsmiddelen de volgende niveauverlagingen geven:
- a.
oordoppen: −20 dB(A),
- b.
oorkappen: −30 dB(A).