HR, 28-03-2023, nr. 22/02588 C
ECLI:NL:HR:2023:1158
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28-03-2023
- Zaaknummer
22/02588 C
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2023:1158, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑03‑2023; (Cassatie)
Uitspraak 28‑03‑2023
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 22/02588 C
Datum 28 maart 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 22 juli 2021, nummer H 126/2019, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Cassatiemiddelen zijn namens deze niet voorgesteld.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De wet bepaalt binnen welke termijn een advocaat namens de verdachte een schriftuur met cassatiemiddelen (klachten) bij de Hoge Raad moet indienen. Aan die verplichting is niet voldaan. Het gevolg daarvan is dat de Hoge Raad het beroep van de verdachte niet in behandeling kan nemen (zie artikel 437 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering).
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 maart 2023.