Rb. 's-Gravenhage, 16-03-2011, nr. AWB 10/6010 WOB
ECLI:NL:RBSGR:2011:BP9830
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
16-03-2011
- Zaaknummer
AWB 10/6010 WOB
- LJN
BP9830
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSGR:2011:BP9830, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 16‑03‑2011; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 16‑03‑2011
Inhoudsindicatie
Wob verzoek. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat het Wob-verzoek met betrekking tot de gevraagde informatie over het aantal bijstandsfraudeurs aan wie bijstandverlening is gecontinueerd onvoldoende precies is geformuleerd door eiser. Verweerder diende enkel te beslissen op het aan hem voorliggende verzoek. Met betrekking tot het Wob-verzoek om informatie over het aantal bijstandsfraudeurs aan wie bijstandsverlening is beëindigd en aan wie de bijstandverstrekking op een later moment weer is hervat, is niet in geschil dat daarvoor geen document bestaat. Verweerder heeft onweersproken gesteld dat het antwoord op deze vraag niet is te achterhalen, anders dan door onderzoek van alle individuele uitkeringsdossiers van de gemeente Leiden. De rechtbank is van oordeel dat de Wob niet voorziet in een dergelijke vergaringsplicht.
Partij(en)
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
Afdeling 3, enkelvoudige kamer
Reg.nr.: AWB 10/6010 WOB
UITSPRAAK ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
In het geding tussen
[Eiser], wonende te [plaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Leiden, verweerder.
I. PROCESVERLOOP
Bij brief van 26 april 2010 heeft eiser bij verweerder verzocht om informatie in het kader van de Wet openbaarheid bestuur (hierna: Wob). Eiser heeft verweerder verzocht antwoord te geven op de volgende vraag: "Volgens de kernkaart Wet werk en bijstand (hierna: Wwb) 2008 had u in 2008 465 fraudeurs. (...) Aan hoeveel van deze 465 fraudeurs is na
- 31.
december 2008 [op] enig moment weer een bijstandsuitkering toegekend of is, ondanks de geconstateerde bijstandsfraude, de bijstandsuitkering gecontinueerd?"
Bij besluit van 4 mei 2010 heeft verweerder aangegeven dat de gevraagde informatie niet kan worden verschaft, omdat deze niet wordt geregistreerd.
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 25 mei 2010 een bezwaarschrift bij verweerder ingediend.
Bij besluit van 3 augustus 2010, verzonden op 10 augustus 2010, heeft verweerder, overeenkomstig het advies van de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften, de bezwaren van eiser ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 19 augustus 2010 beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en tevens bij brief van 9 februari 2011 een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 13 februari 2011 heeft eiser aanvullende gronden van beroep ingediend.
Het beroep is op 11 maart 2011 ter zitting behandeld.
Eiser is, met bericht, niet verschenen.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [A] en [B].
II. OVERWEGINGEN
- 1.1.
Bij het afwijzende besluit van 4 mei 2010 heeft verweerder wel een overzicht verstrekt van de gegevens die over de jaren in 2008 en 2009 aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) zijn geleverd.
- 1.2.
Bij brief van 23 augustus 2010 heeft eiser verweerder wederom verzocht om informatie in het kader van de Wob. Eiser heeft verweerder verzocht antwoord te geven op de volgende vraag: "In de kernkaart 2009 staan geen aantallen fraudeurs meer. Op grond van artikel 4 Regeling statistiek WWB c.a. jo. bijlage 5 model Statistiekformulier Bijstandsfraudestatistiek (BSF) diende u aan de Minister van SZW over 2009 de volgende informatie te verstrekken:
Gegevens afgesloten fraude-onderzoeken. Gevolgen voor de uitkering:
- -
ongewijzigde voortzetting
- -
aanpassing lopende uitkering
- -
beëindiging lopende uitkering
- -
was eerder beëindigd
- -
niet van toepassing
Graag ontvang ik van u bovenstaande fraude-informatie die u in 2009 aan de Minister van SZW heeft doorgegeven."
- 1.3.
Bij besluit van 6 september 2010 heeft verweerder de door eiser verzochte informatie verstrekt. Tegen dit besluit heeft eiser geen rechtsmiddelen aangewend.
- 2.
In zijn beroepschrift heeft eiser de door hem in zijn verzoek van 26 april 2010 verzochte gegevens nader gepreciseerd: "Op grond van artikel 4 Regeling statistiek WWB c.a. jo. bijlage 5 model Statistiekformulier Bijstandsfraudestatistiek (BFS) diende de gemeente Leiden aan de Minister van SZW over 2008 de volgende informatie te verstrekken:
Gegevens afgesloten fraude-onderzoeken. Gevolgen voor de uitkering:
- -
ongewijzigde voortzetting
- -
aanpassing lopende uitkering
- -
beëindiging lopende uitkering
- -
was eerder beëindigd
- -
niet van toepassing
De gemeente Leiden kan dit deel van mijn Wob-vraag in deze digitale tijden simpel beantwoorden door na te gaan welke fraude-informatie zij over 2008 aan de Minister van SZW heeft doorgegeven."
Eiser stelt zich, voor zover van belang, op het standpunt dat verweerder de door hem verzochte gegevens dient te verstrekken op grond van artikel 8 van de Wob. In het kader van de Wob heeft verweerder daarbij een vergaringsplicht. Eiser heeft vele gemeenten benaderd met een gelijk verzoek en 59 gemeenten hebben hem wel de gevraagde informatie kunnen verstrekken. Eiser heeft hiervan diverse voorbeelden overgelegd. Door de gevraagde informatie niet te verstrekken is sprake van discriminatie en handelt verweerder in strijd met diverse Europese verdragen.
- 3.
Verweerder stelt zich, voor zover van belang, op het standpunt dat eiser zijn verzoek onvoldoende precies heeft geformuleerd. Het was verweerder niet duidelijk dat eiser op zoek was naar het Statistiekformulier BFS. Dat andere gemeenten naar aanleiding van eisers eerste verzoek wel direct gegevens hebben kunnen verstrekken heeft wellicht te maken met de wijze van registratie is die gemeenten. In Leiden worden klanten niet als 'fraudeur' geregistreerd.
- 4.1.
Ingevolge artikel 1, aanhef en onder a, van de Wob wordt in deze wet en de daarop berustende bepalingen onder document verstaan: een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat.
- 4.2.
Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Wob kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.
- 4.3.
Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Wob vermeldt de verzoeker bij zijn verzoek de bestuurlijke aangelegenheid of het daarop betrekking hebbende document, waarover hij informatie wenst te ontvangen.
- 4.4.
Ingevolge artikel 7, eerste lid, van de Wob verstrekt het bestuursorgaan de informatie met betrekking tot de documenten die de verlangde informatie bevatten door:
- a.
kopie ervan te geven of de letterlijke inhoud ervan in andere vorm te verstrekken;
- b.
kennisneming van de inhoud toe te staan;
- c.
een uittreksel of een samenvatting van de inhoud te geven, of;
- d.
inlichtingen daaruit te verschaffen.
- 5.1.
De rechtbank stelt vast dat eisers Wob-verzoek kan worden uitgesplitst in twee delen:
- -
informatie over het aantal bijstandsfraudeurs aan wie bijstandverlening is gecontinueerd, en;
- -
informatie over het aantal bijstandsfraudeurs aan wie bijstandsverlening is beëindigd en aan wie de bijstandverlening op een later moment weer is hervat.
Naar aanleiding van eisers verzoek heeft verweerder hem een overzicht gegeven van de cijfers die jaarlijks aan het CBS wordt geleverd. Niet in geschil is dat dit niet de informatie is waar eiser naar op zoek was.
- 5.2.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat het Wob-verzoek met betrekking tot de gevraagde informatie over het aantal bijstandsfraudeurs aan wie bijstandverlening is gecontinueerd onvoldoende precies is geformuleerd door eiser. Verweerder diende enkel te beslissen op het aan hem voorliggende verzoek. Verweerder was derhalve niet gehouden op grond van het onderhavige Wob-verzoek het Statistiekformulier BFS aan eiser te doen toekomen en daarmee een deel van eisers Wob-verzoek te beantwoorden. Eiser heeft niet, zoals hij dit in zijn latere verzoek van 23 augustus 2010 met betrekking tot de gegevens van 2009 wel heeft gedaan, verzocht om het Statistiekformulier BFS 2008, terwijl verweerder voorts gemotiveerd heeft betoogd dat die informatie die eiser wel heeft verzocht andere informatie is dan welke in opgenomen in het Statistiekformulier BFS.
- 5.3.
Met betrekking tot het Wob-verzoek om informatie over het aantal bijstandsfraudeurs aan wie bijstandsverlening is beëindigd en aan wie de bijstandverstrekking op een later moment weer is hervat, is niet in geschil dat daarvoor geen document bestaat. Verweerder heeft onweersproken gesteld dat het antwoord op deze vraag niet is te achterhalen, anders dan door onderzoek van alle individuele uitkeringsdossiers van de gemeente Leiden. De rechtbank is van oordeel dat de Wob niet voorziet in een dergelijke vergaringsplicht.
- 5.4.
Anders dan eiser stelt is artikel 8 van de Wob niet van toepassing, omdat die bepaling betrekking heeft op informatie die een bestuursorgaan uit eigen beweging geeft en niet op informatie op verzoek, zoals hier aan de orde is.
- 5.5.
Ten slotte kan eiser niet worden gevolgd in zijn grief dat sprake is van discriminatie omdat andere gemeenten op zijn verzoek wel de gevraagde informatie hebben verstrekt over bijstandsfraude. Van enige discriminatie van eiser is de rechtbank niet gebleken.
- 5.6.
Hetgeen eiser verder nog naar voren heeft gebracht kan niet tot een ander oordeel leiden.
- 6.
Het beroep is ongegrond.
- 7.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Rechtbank 's-Gravenhage,
RECHT DOENDE:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. C. Fetter, in tegenwoordigheid van de griffier
mr.drs. C.M.A. Demetriadis.
Uitgesproken in het openbaar op 16 maart 2011.
RECHTSMIDDEL
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.