Hof 's-Gravenhage, 28-03-2007, nr. 483-HR-06
ECLI:NL:GHSGR:2007:BA3486
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
28-03-2007
- Zaaknummer
483-HR-06
- LJN
BA3486
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2007:BA3486, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 28‑03‑2007; (Hoger beroep)
Uitspraak 28‑03‑2007
Inhoudsindicatie
Vervolg van AZ4437. Regiezitting in forensische mediation in alimentatiekwestie. Hoog conflictgehalte tussen de ouders. Hof treft naar analogie van artikel 223 Rv. een voorlopige voorziening tussen partijen in deze verzoekschriftprocedure.
Partij(en)
GERECHTSHOF ‘s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 28 maart 2007
Rekestnummer. : 483-HR-06
Rekestnr. rechtbank : 94112/03
Rekestnr. hof Amsterdam : 551/04
Rekestnr. Hoge Raad : R05/012 HR
[De vader],
wonende te [woonplaats],
verzoeker na verwijzing door de Hoge Raad,
hierna te noemen: de vader,
procureur mr. W.K. van Duren,
tegen
[de moeder],
wonende te [woonplaats],
verweerster na verwijzing door de Hoge Raad,
hierna te noemen: de moeder,
procureur mr. F. van Gelein Vitringa.
VERDER PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
Het hof verwijst naar zijn tussenbeschikking van 13 december 2006, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd. Bij die beschikking is – onder meer – een deskundige benoemd om onderzoek te verrichten naar de behoefte van de kinderen, de draagkracht van de vader en de relationele problematiek die partijen verdeeld houdt en het onderhavige geschil beïnvloedt. Eveneens is bepaald dat dit onderzoek zal plaatsvinden onder leiding van een raadsheer-commissaris. Voorts is een regiezitting bepaald ter nadere uitwerking van de opdracht van de deskundige.
Op 12 maart 2007 heeft ten overstaan van raadsheer-commissaris mr. Van Leuven de regiezitting plaatsgevonden. Verschenen zijn: de vader, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.R. Laoût, de moeder, bijgestaan door haar advocaat, mr. M.E. vande Voort en de deskundige mevrouw S.M. Gaasbeek-Wielinga.
VERDERE BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP NA VERWIJZING DOOR DE HOGE RAAD
Voorlopige voorzieningen
- 1.
Tijdens de regiezitting zijn partijen – teneinde voorlopig enige rust tussen hen te creëren – het eens geworden over een tijdelijk – namelijk voor de duur van deze procedure - door de vader aan de moeder te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen van partijen van € 240,- per maand per kind, met ingang van 1 april 2007. Nu de Hoge Raad in principaal beroep de beschikking van het hof te Amsterdam heeft vernietigd en de beschikking van de rechtbank Haarlem van 24 februari 2004 derhalve weer van kracht is geworden, zal het hof, op basis van overeenstemming hierover tussen de partijen, alsmede gelet op het uitdrukkelijke verzoek van de moeder en de instemming daarop van de vader, de uitvoerbaarheid bij voorraad terzake de kinderbijdrage, zoals opgenomen in laatstgenoemde beschikking, schorsen en de door de vader te betalen kinderbijdrage voorlopig vaststellen op € 240,- per maand per kind. Het hof tekent hierbij aan dat deze voorziening wordt gegeven op basis van analoge toepassing van artikel 223 Rv. Het gegeven dat de moeder haar verzoek tot het treffen van de voorziening mondeling, ter zitting heeft gedaan, staat de toewijzing in dit geval niet in de weg, nu de vader, eveneens ter zitting, met het verzoek heeft ingestemd en de partijen op basis van deze overeenstemming zich eveneens beide akkoord hebben verklaard met het in gang zetten van het deskundigenonderzoek.
Omvang onderzoek
- 2.
Vervolgens hebben partijen desgevraagd aan de deskundige aangegeven dat zij – naast de in punt 19 van de beschikking van dit hof van 13 december 2006 opgenomen en hier herhaalde onderzoekspunten – ook nog de volgende, niet eerder benoemde punten in het onderzoek willen betrekken:
- -
de draagkracht van de vader;
- -
de draagkracht van de moeder;
- -
de behoefte van de kinderen;
- -
de (relationele) problematiek die partijen verdeeld houdt en het onderhavige geschil beïnvloedt;
- -
de omgangsregeling tussen de vader en de kinderen.
Plan van aanpak
- 3.
In het kader van het deskundigenonderzoek is afgesproken dat beide partijen gezamenlijk een bespreking zullen hebben met de deskundige.
- 4.
Partijen hebben met de deskundige afgesproken dat hun gesprek zal plaatsvinden op woensdag 4 april 2007 om 09.30 uur op het kantoor van de deskundige. De advocaten dragen er zorg voor dat de deskundige tijdig zal beschikken over de noodzakelijke financiële stukken.
- 5.
Het hof zal in afwachting van het resultaat van het onderzoek de zaak pro forma aanhouden tot zaterdag 26 mei 2007.
- 6.
De deskundige zal het hof voor voornoemde datum berichten over de voortgang van de zaak. De deskundige bericht de griffier tenminste eenmaal per maand of zich al dan niet problemen voordoen bij het onderzoek.
BESLISSING, tevens VOORLOPIGE VOORZIENING VOOR DE DUUR VAN HET GEDING
Het hof:
schorst de uitvoerbaarheid bij voorraad terzake van de vastgestelde kinderbijdrage zoals opgenomen in de beschikking van 24 februari 2004 van de rechtbank te Haarlem, en
bepaalt voorlopig de door de vader aan de moeder te betalen kinderalimentatie met ingang van 1 april 2007 op € 240,- per maand per kind, bij vooruitbetaling te voldoen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de verdere behandeling aan tot de zitting van 26 mei 2007, pro forma;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van Leuven, Reinking en Labohm, bijgestaan door mr. Vergeer-van Zeggeren als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 maart 2007.