NJ 1932, p. 1517
Verzoek vermindering uitkeering na echtscheiding. Partijen in een request-procedure. Wie de beschikking „heeft verkregen". Incidenteel cassatieberoep in een request-procedure.
HR 19-09-1932, ECLI:NL:HR:1932:196, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 september 1932
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, de Menthon Bake, Meckmann
- Zaaknummer
[19091932/NJ_1932,_p._1517]
- Conclusie
Mr. Tak
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS152909:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:196, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑09‑1932
- Wetingang
Essentie
Verzoek vermindering uitkeering na echtscheiding. Partijen in een request-procedure. Wie de beschikking „heeft verkregen". Incidenteel cassatieberoep in een request-procedure.
Samenvatting
Requestrante, die het door requestrant gedaan verzoek tot wijziging der uitkeering na echtscheiding, zoo in eersten aanleg als in hooger beroep heeft tegengesproken en tegen de inwilliging daarvan bezwaren heeft gemaakt, is te beschouwen als partij in de gevoerde procedure; ook zij moet geacht worden de beschikking van het Hof te hebben „verkregen". Het op 13 Augustus 1932 ter Griffie van den Hoogen Raad ingekomen beroep, gericht tegen 's Hofs beslissing van 18 Mei 1932 kan derhalve, als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.