Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa
Article 3
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1982
- Bronpublicatie:
19-09-1979, Trb. 1980, 60 (uitgifte: 06-05-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-1982
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-1982, Trb. 1982, 28 (uitgifte: 11-03-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
1.
Iedere Verdragsluitende Partij neemt de nodige maatregelen ter bevordering van een nationaal beleid voor de instandhouding van de in het wild voorkomende dier- en plantesoorten en de natuurlijke leefmilieus, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan die soorten die met uitsterven worden bedreigd en die kwetsbaar zijn, vooral aan endemische soorten, en aan bedreigde leefmilieus, in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.
2.
Iedere Verdragsluitende Partij verbindt zich ertoe om bij haar beleid op het gebied van ruimtelijke ordening en ontwikkeling en bij haar maatregelen tegen verontreiniging, rekening te houden met de instandhouding van de in het wild voorkomende dier- en plantesoorten.
3.
Iedere Verdragsluitende Partij bevordert de voorlichting en de verspreiding van algemene informatie betreffende de noodzaak tot het instandhouden van de in het wild voorkomende dier- en plantesoorten alsmede de daarbij behorende leefmilieus.