Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/7/EG betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit
Bijlage V Voorschriften voor de behandeling van monsters voor microbiologische analyses
Geldend
Geldend vanaf 24-03-2006
- Bronpublicatie:
15-02-2006, PbEU 2006, L 64 (uitgifte: 04-03-2006, regelingnummer: 2006/7/EG)
- Inwerkingtreding
24-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2006, PbEU 2006, L 64 (uitgifte: 04-03-2006, regelingnummer: 2006/7/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1. Punt van bemonstering
Indien mogelijk, moeten de monsters 30 centimeter onder het wateroppervlak en in water met een diepte van minstens 1 meter worden genomen.
2. Sterilisatie van monsterflessen
Monsterflessen moeten:
- —
gedurende ten minste 15 minuten bij 121 °C in een autoclaaf gesteriliseerd worden; of
- —
gedurende ten minste 1 uur droge sterilisatie bij 160 °C – 170 °C ondergaan, of
- —
rechtstreeks van de producent afkomstige doorstraalde monsterhouders zijn.
3. Monsterneming
Het volume van de monsterfles/monsterhouder is afhankelijk van de hoeveelheid water die voor iedere te controleren parameter nodig is. De minimuminhoud is in het algemeen 250 ml.
Monsterhouders moeten vervaardigd zijn van doorzichtig en kleurloos materiaal (glas, polyetheen of polypropeen).
Om te voorkomen dat het monster per ongeluk wordt verontreinigd, moet worden gebrvikgemaakt[lees: gebruikgemaakt] van een aseptische techniek om de monsterflessen steriel te houden. Indien dit naar behoren wordt gedaan, behoeft er verder geen steriele uitrusting (zoals steriele chirurgische handschoenen, tangen of een stok voor het nemen van monsters op afstand) te worden gebruikt.
Het monster moet duidelijk worden geïdentificeerd met onuitwisbare inkt, zowel op het monster zelf als op het monsterformulier.
4. Bewaring en vervoer van monsters vóór analyse
Watermonsters moeten in alle fasen van het vervoer worden beschermd tegen blootstelling aan licht, met name direct zonlicht.
Het monster moet tot de aankomst in het laboratorium bij een temperatuur van circa 4 °C worden bewaard in een koelbox of koelkast (afhankelijk van het klimaat). Indien het vervoer naar het laboratorium waarschijnlijk meer dan 4 uur duurt, is vervoer in een koelkast verplicht.
De tijd tussen de monsterneming en de analyse moet zo kort mogelijk zijn. Aanbevolen wordt de monsters op de dag van de monsterneming te analyseren. Indien dit om praktische redenen onmogelijk is, moeten de monsters binnen 24 uur worden verwerkt. Ondertussen moeten zij in het donker worden bewaard bij een temperatuur van 4 °C ± 3 °C.