NJ 1949/105
HR, 30-11-1948
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 1948
- Magistraten
Mrs Fick, van der Meulen, Feber, Rombach, Vrij
- Zaaknummer
[30111948/NJ_1949-105]
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS133508:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1948:142, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑11‑1948
- Wetingang
(Sr art. 207.)
Samenvatting
Niet is in te zien. waarom de rechter niet, bij de t.l.l., dat de verdachte opzettelijk in strijd met de waarheid omtrent onderscheiden feiten onder ede heeft verklaard, het bewijs slechts t.a.v. een enkel dier feiten geleverd mag oordelen.
Het niet bewezen zijn van het slot der t.l.l., luidende: ,zulks terwijl hij wist dat deze door hem onder ede afgelegde verklaring vals, immers in strijd met de waarheid was", laat onverlet, dat het Hof wel bewezen heeft geoordeeld de in de t.l.l. vermelde woorden: „opzettelijk in strijd met de waarheid".
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van H. ...