Landsverordening vrije zones 2000 [Aruba]
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Redactionele toelichting
1. Ten aanzien van een vennootschap die op of voor 01-09-2018 in een vrije zone is toegelaten en waarvan de activiteiten op dat tijdstip worden gevormd door diensten bestaande uit het vervreemden of het in licentie geven van intellectuele en industriële eigendomsrechten en soortgelijke vermogensrechten of gebruiksrechten naar het recht van Aruba en naar het recht van andere landen en die activiteiten gedurende een ononderbroken periode tot 01-07-2021 zal uitvoeren, treedt deze wijziging in werking op 01-07-2021. 2. Ten aanzien van een vennootschap die op of voor 15-11-2018 in een vrije zone is toegelaten en waarvan de activiteiten op dat tijdstip worden gevormd door activiteiten van andere dan de in het lid 1 bedoelde diensten, en gedurende een ononderbroken periode tot 01-07-2021 zal uitvoeren, treedt deze wijziging in werking op 01-07-2021.
- Bronpublicatie:
19-12-2019, Afkondigingsblad van Aruba 2019, 80 (uitgifte: 20-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2019, Afkondigingsblad van Aruba 2019, 80 (uitgifte: 20-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Degene die ter verkrijging van de toelating van een vennootschap tot een vrije zone opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
2.
Degene aan wiens schuld te wijten is dat de in het eerste lid bedoelde gegevens onjuist of onvolledig zijn verstrekt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
3.
Degene die handelt in strijd met artikel 6, eerste of tweede lid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
4.
Degene die handelt in strijd met artikel 9, eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
5.
Degene die handelt in strijd met een landsbesluit als bedoeld in artikel 13, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
6.
Degene die handelt in strijd met het verbod, bedoeld in artikel 15, vijfde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie.
7.
De in dit artikel strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven, met uitzondering van de in het vierde en zesde lid vermelde strafbare feiten, die een overtreding zijn.