V-N 2021/20.12
Aftrek BTW-voorbelasting naar rato van werkelijk gebruik niet mogelijk voor slechts deel gemengde prestaties
HR 23-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:645, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2021
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Van Loon, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
19/04081
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS267897:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑04‑2021
ECLI:NL:HR:2021:645, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:708, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑07‑2020
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de Nederlandse regeling bij de toepassing van de pro rata naar werkelijk gebruik niet in strijd is met het EU-recht. Dit pro rata is alleen toe te passen wanneer het werkelijke gebruik niet overeenkomt met de mate van aftrek berekend volgens de pro rata naar omzetverhouding.
Samenvatting
X bv verzorgt kinderopvang en maakt binnen haar onderneming gebruik van een platform, waarbij de voor de kinderopvang op de markt aanwezige applicaties met elkaar worden gekoppeld en gesynchroniseerd. In haar BTW-aangiften maakt X bv bij de becijfering van de aftrekbare voorbelasting van de algemene kosten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.