Asser Procesrecht 8 Arbitrage en bindend advies
Einde inhoudsopgave
Asser Procesrecht/Sanders, Meijer & Ernste 8 2023/92:92 Algemeen.
Asser Procesrecht/Sanders, Meijer & Ernste 8 2023/92
92 Algemeen.
Documentgegevens:
prof. mr. G.J. Meijer, prof. mr. P.E. Ernste, datum 01-06-2023
- Datum
01-06-2023
- Auteur
prof. mr. G.J. Meijer, prof. mr. P.E. Ernste
- JCDI
JCDI:ADS858544:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
- Wetingang
art. 1020 lid 3 Rv
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Met de bepaling in art. 1020 lid 3 Rv dat een overeenkomst tot arbitrage niet mag leiden tot de vaststelling van rechtsgevolgen die niet ter vrije bepaling van de partijen staan, heeft de wetgever willen bepalen welke zaken al dan niet vatbaar zijn voor arbitrage. De formulering van art. 1020 lid 3 Rv stemt (grotendeels) overeen met de formulering van de begrenzing van de bewijsovereenkomst (art. 153 Rv)1 en het forumkeuzebeding (art. 8 lid 1 en 2 Rv). Titel 7.15 BW kent een dergelijke algemene bepaling niet voor bindend advies. Volgens de wetgever is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.