Einde inhoudsopgave
Tabaks- en rookwarenbesluit
Artikel 5.2
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
10-04-2024, Stb. 2024, 89 (uitgifte: 15-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-04-2024, Stb. 2024, 89 (uitgifte: 15-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1.
Als categorieën van inrichtingen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet worden met uitzondering van verpleeghuizen, revalidatiecentra, psychiatrische ziekenhuizen, zwakzinnigeninrichtingen, gezinsvervangende tehuizen voor gehandicapten en verzorgingshuizen aangewezen:
- a.
instellingen waarin zorg wordt verleend als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen;
- b.
inrichtingen waarin voorzieningen worden aangeboden op het terrein van maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
- c.
inrichtingen op het terrein van de sport;
- d.
gebouwen en inrichtingen van gecertificeerde instellingen als bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet, gebouwen en inrichtingen van jeugdhulpaanbieders als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, alsmede gebouwen van justitiële jeugdinrichtingen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen die niet door de Staat of openbare lichamen worden beheerd;
- e.
openbare en bijzondere onderwijsinstellingen als bedoeld in:
- 1°
- 2°
- 3°
- 4°
- 5°
- 6°
2.
Als categorieën van bedrijven en organisaties als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet, worden aangewezen:
- a.
supermarkten;
- b.
horeca-inrichtingen;
- c.
verkooppunten die zich, al dan niet afgescheiden, bevinden in een supermarkt, en verkooppunten die rechtstreeks kunnen worden bereikt vanuit een supermarkt.
3.
Als categorieën van bedrijven en organisaties als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet, worden niet aangewezen:
- a.
supermarkten in justitiële inrichtingen als bedoeld in artikel 5.1;
- b.
supermarkten in verpleeghuizen, revalidatiecentra, psychiatrische ziekenhuizen, zwakzinnigeninrichtingen, gezinsvervangende tehuizen voor gehandicapten en verzorgingshuizen;
- c.
horeca-inrichtingen waar de verkoop van hennep of hasjiesj mag plaatsvinden op grond van een expliciete verklaring of bestendige gedragslijn van de burgemeester;
- d.
horeca-inrichtingen die in hoofdzaak gericht zijn op het bedrijfsmatig of anders dan om niet aanbieden van een waterpijp voor gebruik ter plaatse, met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet.