Handvest Publieke Verantwoording
Handvest Publieke Verantwoording: een tastbaar arrangement
Geldend
Geldend vanaf 17-11-2000
- Bronpublicatie:
07-11-2000, Internet 2000, www.publiekverantwoorden.nl (uitgifte: 07-11-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-11-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-11-2000, Internet 2000, www.publiekverantwoorden.nl (uitgifte: 07-11-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Staatsbosbeheer
Rijksdienst Wegverkeer
Informatie Beheer Groep
Centraal Orgaan opvang asielzoekers
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Openbaarheid van bestuur
Inleiding
Het Handvest Publieke Verantwoording is een wilsverklaring omtrent een zorgvuldige en publieke verantwoording door zelfstandige bestuursorganen. Ondertekenaars van het handvest hebben de intentie zich publiek te verantwoorden naar de waarden van dit handvest en willen zich daarop extern laten toetsen. Een onafhankelijk Visitatiecollege zal periodiek beoordelen hoe en in hoeverre de ondertekenaars deze intentie praktisch vormgeven.
Het arrangement om de wilsverklaring van het handvest tastbaar en toetsbaar te maken wordt hier beschreven als een ontwikkelingsproces voor zowel ondertekenaars als visitatoren. Het tastbaar én toetsbaar maken van publiek verantwoorden veronderstelt een maatstaf. Publiek verantwoorden opgevat als leerproces veronderstelt een maatstaf die recht doet aan het ontwikkelperspectief van de organisaties in hun specifieke maatschappelijke omgeving. Een dynamische maatstaf die ruimte laat voor diversiteit en ontwikkeling gaat uit van de relatieve positie van de organisaties ten opzichte van het handvest en de doelen die zij zich zelf stellen in relatie tot het handvest. Het gaat er om dat de organisaties zich een reële ambitie stellen en op basis van zelfevaluatie periodiek rapporteren over de realisatie van die ambitie. Het arrangement voorziet in een instrument waarmee de organisaties hun relatieve positie kunnen bepalen, een hulpmiddel voor zowel de organisaties als de visitatoren, tevens format voor de zelfevaluatie.
Het arrangement beschrijft in vier delen — toetreding, positiebepaling, inrichting van het leerproces en het leren — het proces van verantwoorden over publiek verantwoorden met leermomenten in de vorm van zelfevaluaties en rapportages door de organisaties, oordeelsvorming en advisering door de visitatoren.
Het Tastbaar Arrangement is in 2005 aangepast naar aanleiding van een evaluatie van het Visitatiecollege. In 2007, en daarna om de twee jaar, zal de Handvestgroep stilstaan bij de vraag of het Tastbaar Arrangement een herijking nodig heeft.
Toetreding
Tot de kring van ondertekenaars van het Handvest Publieke Verantwoording kunnen toetreden zelfstandige bestuursorganen die diensten leveren aan burgers, instellingen en ondernemingen (niet primair aan overheden) en die de intentie hebben zich publiek te verantwoorden naar de waarden van dit handvest en zich daarop extern willen laten toetsen. Een meer uitgebreide notitie met toetredingscriteria wordt gepubliceerd op de website van de Handvestgroep.
Positiebepaling
Voor de positiebepaling ten opzichte van het handvest is een instrument (zie checklist) ontwikkeld. Het beoogt een praktische uitwerking en operationalisatie van de waarden van het handvest afgeleid uit het hoofddoel: publiek verantwoorden aan de belanghebbenden die het handvest adresseert.
Het leerproces
Het leerproces start met de zelfevaluatie door het zelfstandig bestuursorgaan. Het zelfstandig bestuursorgaan stelt daarvan een rapportage op waarin het de relatieve positie ten opzichte van het handvest inzichtelijk maakt. De rapportage omvat een positiebepaling voor elk van de thema's — kwaliteit, prijsprestatie, responsief handelen & participatie en transparantie — en een toelichting die beschrijft hoe het zelfstandig bestuursorgaan de thema's intern heeft geïnstrumenteerd en extern geoperationaliseerd. Daarbij formuleert het bevoegd gezag van het zelfstandig bestuursorgaan zijn observaties c.q. ‘verbazingen’ omtrent de instrumentatie en operationalisatie van het handvest en prioriteiten en doelen voor de toekomst (bijvoorbeeld op basis van een confrontatie met het meerjarenbeleidplan of andere relevante documenten). Het zelfstandig bestuursorgaan stuurt de rapportage naar het Visitatiecollege. De rapportage gaat vergezeld van het meerjarenbeleidplan, recente jaarverslagen en eventueel illustratieve voorbeelden.
Het zelfstandig bestuursorgaan nodigt het college uit voor een visitatie. Het object van de visitatie is de wijze waarop het zelfstandig bestuursorgaan zijn publieke verantwoording organiseert en daaraan invulling geeft, niet de effectiviteit van de publieke verantwoording in termen van waardering door de omgeving of het zelfstandig bestuursorgaan zelf. De visitatie berust enerzijds op vertrouwen in de integriteit van de door het zelfstandig bestuursorgaan verstrekte informatie. Anderzijds op de eigen waarneming van de visitatoren. Het college vraagt voorafgaand aan de visitatie zonodig aanvullende documenten op en het formuleert eigen ‘verbazingen’ en (aanvullende) vragen. Het college informeert het zelfstandig bestuursorgaan over de onderwerpen waarin zij zich nader wil verdiepen via gesprekken met sleutelfiguren of via extern diepteonderzoek.
De visitatie start met een gesprek tussen het college en het bevoegd gezag van het zelfstandig bestuursorgaan over beider observaties. Het college spreekt vervolgens met sleutelfiguren in en buiten de organisatie, waar de gevisiteerde organisatie er zorg voor draagt dat de gesprekspartners in ieder geval van MT- of bestuurlijk niveau zijn. Het zelfstandig bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de gesprekspartners van het Visitatiecollege van te voren de beschikking hebben over de zelfevaluatie. Het college vormt zich een oordeel op basis van de verkregen informatie en informeert het bevoegd gezag over zijn bevindingen. Het college richt zich in zijn observaties bij de praktische vormgeving van publieke verantwoording door het zelfstandig bestuursorgaan en in zijn aanbevelingen in het bijzonder op de relaties, mogelijk discrepanties, in de instrumentatie en operationalisering van de velden van het handvest. Het college kan zich in zijn aanbevelingen uitspreken over een gewenste leercurve, rekening houdend met een noodzakelijk evenwicht in de ontwikkeling van het zelfstandig bestuursorgaan. Het zelfstandig bestuursorgaan wordt in staat gesteld tot wederhoor voordat de bevindingen en aanbevelingen van het college schriftelijk worden vastgelegd. De bevindingen en aanbevelingen van het college zijn openbaar.
ledere organisatie wordt tenminste eens in de vier jaar gevisiteerd, op verzoek van de organisatie vaker. De zelfevalutie wordt ingebed in de reguliere cyclus van sturing, beheersing en verantwoording.
Het leren
Het leren heeft een dubbele betekenis. Het heeft betrekking op het ontwikkelingsproces van de organisaties: het college beoordeelt de ontwikkeling van de organisaties ten opzichte van het handvest en adviseert over de leercurve. Maar kan evenzeer betrekking hebben op de inrichting van het leerproces: de kwaliteit van de positiebepaling en zelfevalutie, de kwaliteit en bruikbaarheid van het hulpmiddel, ‘best practices’ en intercollegiaal leren, de wijze waarop het college tot z'n oordeel komt. Het Visitatiecollege stelt naar aanleiding van de visitaties periodiek een algemeen openbaar verslag op van zijn bevindingen over het leerproces en het leren.
Checklist
Hoofddoel
Publiek verantwoorden richt zich tot de samenleving in het algemeen en tot de kring van belanghebbenden van de afzonderlijke organisaties.
Uitwerking in thema's
Gerelateerd aan de vijf velden van het handvest zijn vier thema's uitgewerkt:
Velden | Kwaliteit | Klanten & opdrachtgevers | Responsief handelen & participatie | Samenleving | Transparantie |
Thema's | Kwaliteit | Prijsprestatie | Responsief handelen & participatie | Transparantie | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Belanghebbenden | Samenleving, omgeving & principaal | Samenleving, omgeving & principaal | Omgeving | Principaal | Samenleving | Samenleving, omgeving & principaal |
Als belanghebbenden zijn onderscheiden
- •
direct belanghebbenden in de maatschappelijke omgeving van het zelfstandig bestuursorgaan: klanten, belangenorganisaties, ketenpartners, (overige) opdrachtgevers etc.,
- •
de politieke principaal als eigenaar en opdrachtgever
- •
de samenleving
(zie ook doelgroepen)
Subdoel
Het handvest doet per thema uitspraken over wat van de organisaties die het handvest hebben ondertekend verwacht mag worden. Daar zijn doelen aan verbonden.
Indicatoren
De indicatoren verbonden aan de subdoelen vormen de basis voor de positiebepaling. De indicatoren zijn geformuleerd als een aantal in zwaarte toenemende drempelwaarden en geven zo een ontwikkelrichting aan.
Doelgroepen
De keuze voor specifieke instrumenten en de wijze waarop zij worden ingezet varieert per organisatie afhankelijk van de specifieke omgeving van die organisatie en de doelgroepen waarvoor de instrumenten worden ingezet. Iedere organisatie specificeert welke belanghebbenden worden onderscheiden, verhelderd het klantbegrip en het gehanteerde serviceconcept.
Wat
Hier zijn aspecten benoemd waarop subdoelen, indicatoren en in te zetten instrumenten betrekking hebben.
Mogelijke instrumenten
De organisaties kiezen die instrumenten die zij in hun specifieke omgeving voor onderscheiden doelgroepen het meest geëigend vinden om de subdoelen te realiseren. De opsomming is niet limitatief.
Mogelijke operationalisering
Geeft waar mogelijk een handreiking voor de wijze waarop instrumenten kunnen worden ingezet.
Kwaliteit | Prijsprestatie | Responsief handelen en participatie | Transparantie | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Hoofddoel | Het afleggen van publieke verantwoording door Zelfstandige Bestuursorganen. | |||||
Subdoel | Het informeren van de omgeving over kwaliteitseisen, uitkomsten van kwaliteitsmetingen en het functioneren van het kwaliteitssysteem. | Het beoordelen en toetsen of producten, diensten en dienstverlening worden geleverd volgens de specificaties en tegen de afgesproken prijs/prestatieverhouding. | Het actief betrekken van de omgeving bij de ontwikkeling van de organisatie en de kwaliteit van de diensten en dienstverlening. | Het openstaan voor de (beleids)wensen van de politieke principaal ten aanzien van het beleidssysteem. | Het openstaan voor ontwikkelingen in de samenleving, die effectief en doelmatig vertalen in maatschappelijke doelstellingen en daarover verantwoording afleggen. | Het actief inzicht verschaffen in inrichting van de organisatie, de werkzaamheden, de verdeling van verantwoordelijkheden, doelstellingen en beleid, aangegane verplichtingen, voornemens, handelen en presteren. |
Indicatoren |
|
|
|
|
|
|
Doelgroepen | Samenleving, omgeving & principaal. | Samenleving, omgeving & principaal. | Omgeving & principaal. | Samenleving. | Samenleving, omgeving & principaal. | |
Wat |
| Levering producten, diensten en dienst-verlening conform specificaties en tegen afgesproken prijs/prestatieverhouding. |
| Maatschappelijke ontwikkelingen b.v.:
| Inrichting van de organisatie:
| |
Mogelijke instrumenten |
|
|
|
|
| |
Mogelijke operationalisering |
|
|
|
|
|