Einde inhoudsopgave
Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden
3.3.6.2
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Algemeen
Indien de conclusie van de procureur-generaal luidt dat de prejudiciële vraag zich (deels) niet leent voor beantwoording bij wijze van prejudiciële beslissing, of (deels) van onvoldoende gewicht is om beantwoording te rechtvaardigen, kunnen partijen op de voet van artikel 44 lid 3 Rv daarop schriftelijk commentaar geven. De Hoge Raad bepaalt een datum waarop wordt geconstateerd of partijen schriftelijk commentaar hebben gegeven op de conclusie. Deze datum ligt op een vrijdag ten minste drie weken na de conclusie. De inhoud van een in het webportaal geplaatst schriftelijk commentaar op de conclusie is niet zichtbaar voor afloop van de in artikel 44 lid 3 Rv genoemde termijn. De termijn voor het geven van het schriftelijk commentaar als bedoeld in artikel 44 lid 3 Rv kan op grond van bijzondere omstandigheden worden verlengd. Indien de spoedeisendheid van de zaak dit vordert kan de Hoge Raad een kortere termijn bepalen voor het geven van het schriftelijk commentaar.