Einde inhoudsopgave
Kieswet
Artikel N 26 [Geldigheid stemmen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
15-06-2022, Stb. 2022, 292 (uitgifte: 13-07-2022, kamerstukken: 35489)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-08-2022, Stb. 2022, 341 (uitgifte: 02-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
1.
Het briefstembureau beslist over de geldigheid van de stem.
2.
Een stem is geldig die op een kandidaat of blanco is uitgebracht, met een stembiljet dat bij of krachtens deze wet mag worden gebruikt en waarop geen bijvoegingen zijn geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd.
3.
Een stem is op een kandidaat uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze kenbaar is gemaakt door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van zowel het stemvakje, geplaatst vóór een lijst, als het stemvakje, geplaatst vóór het nummer van een kandidaat op die lijst.
4.
Onverminderd het derde lid is een stem op de eerste kandidaat van een lijst uitgebracht indien:
- a.
de kiezer op ondubbelzinnige wijze kenbaar maakt dat de kandidaat van zijn keuze op die lijst staat door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van het stemvakje, geplaatst vóór een lijst, en er geen stemvakje geplaatst vóór een kandidaatsnummer, geheel of gedeeltelijk is ingekleurd;
- b.
ondubbelzinnig blijkt dat de kiezer niet met bijschrijvingen op een andere kandidaat heeft willen stemmen.
5.
Een stem is blanco uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze is kenbaar gemaakt doordat op het stembiljet geen stemvakje is ingekleurd.
6.
De voorzitter van het briefstembureau doet onmiddellijk mededeling van de reden van ongeldigverklaring en van twijfel over de geldigheid, alsmede de beslissing daaromtrent, aan de aanwezige personen.
7.
Indien een van de aanwezige personen dit verlangt, wordt het stembiljet getoond. De aanwezige personen kunnen mondeling bezwaren tegen de genomen beslissing inbrengen.