NJ 1960/208
Mededeling van door de getuige waargenomen of ondervonden feit.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 november 1959
- Magistraten
Mrs. van der Meulen, Feber, van Berckel, Westerouen v. Meeteren, Dubbink [Rapp.]
- Zaaknummer
[031959/NJ_1960-208]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS138135:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1959:173, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑11‑1959
- Wetingang
(Sv art. 342.)
Essentie
Mededeling van door de getuige waargenomen of ondervonden feit.
Samenvatting
Een voorbehoud als in het eerste middel bedoeld (de getuige M. D. verklaarde o.m., dat hij, voor zover hij weet, op de, gezien zijn rijrichting, rechter weghelft reed, Red.) heeft niet steeds de betekenis, dat de verklaring niet op eigen waarneming of ondervinding berust, maar kan ook weergeven, dat de getuige van de feilbaarheid van de menselijke waarneming en zijn geheugen zich bewust is, in welk laatste geval het voorbehoud aan de toelaatbaarheid van de verklaring niet enige afbreuk doet. De Rb. heeft te dezen kunnen oordelen, dat het ...