Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenbesluit
Artikel 2.3 Toepasselijkheid algemeen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
07-12-2022, Stb. 2022, 501 (uitgifte: 13-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2022, Stb. 2022, 501 (uitgifte: 13-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Deze afdeling is, met inachtneming van het tweede en derde lid en de artikelen 2.4 en 2.5h, derde lid, van toepassing bij de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in bedrijven en inrichtingen, in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheden, opgenomen in de lijst, vastgesteld bij ministeriële regeling.
2.
Deze afdeling is van overeenkomstige toepassing bij de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen op arbeidsplaatsen gelegen in de nabijheid van het bedrijf of de inrichting waarvoor de werkgever verantwoordelijk is.
3.
Deze afdeling is niet van toepassing op:
- a.
vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, per spoor, over binnenwateren, over zee of door de lucht en rechtstreeks aan dit vervoer gerelateerde tijdelijke opslag, tenzij deze activiteiten onderdeel zijn van het bedrijf of de inrichting dan wel dat het gaat om onderdelen van hoofdspoorwegen die krachtens artikel 30 van het Besluit spoorverkeer zijn aangewezen als spoorwegemplacementen, en waar met gevaarlijke stoffen wordt gerangeerd zoals bedoeld in artikel 29 van het Besluit spoorverkeer, of bedrijven of inrichtingen waar containers van en op schepen worden geplaatst en waar uitwisseling plaatsvindt tussen een of meer vervoersmodaliteiten;
- b.
arbeid verricht in de ondergrondse winningsindustrie en de winningsindustrie die delfstoffen wint met behulp van boringen; of
- c.
offshore ondergrondse gasopslag, waaronder begrepen specifieke opslaglocaties en locaties waar eveneens aan exploratie en exploitatie van delfstoffen wordt gedaan.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen categorieën van bedrijven of inrichtingen worden aangewezen waarop deze afdeling, gelet op de beperkte gevaren of risico’s van zware ongevallen, geheel of gedeeltelijk niet van toepassing is.