RvdW 2018/493
Verzuim oproeping in hoger beroep aan raadsman te zenden ex art. 51 (oud) Sv, thans art. 48 Sv. Kennelijk oordeel dat de zaak zonder raadsman kon worden behandeld niet zonder meer begrijpelijk.
HR 03-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:503
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/00508
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:503, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:287, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑09‑2017
- Wetingang
Art. 48, 51 (oud) Ssv; art. 6 lid 3 onder c EVRM
Essentie
Verzuim oproeping in hoger beroep aan raadsman te zenden ex art. 51 (oud) Sv, thans art. 48 Sv. Kennelijk oordeel dat de zaak zonder raadsman kon worden behandeld, omdat verdachte, na het blijken van dat verzuim, ondubbelzinnig, desbewust en vrijwillig afstand heeft gedaan van de bijstand van zijn raadsman, is niet zonder meer begrijpelijk, in het bijzonder gelet op de verklaring van verdachte dat hij niet weet waar de zaak over gaat.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 11 november 2016, nummer 22/002949-16, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.