Einde inhoudsopgave
Visserijwet BES
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Visserijlandsverordening, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
31-08-2010, Stb. 2010, 566 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
1.
Een vergunning wordt verleend voor een periode van ten hoogste twaalf maanden.
2.
Na het verstrijken van de periode waarvoor de vergunning is verleend, wordt deze telkens door of namens Onze Minister, gehoord de Visserijcommissie, verlengd voor ten hoogste twaalf maanden, tenzij het voortbestaan of de natuurlijke ontwikkeling van de visstand zich hiertegen verzetten. Art. 7 is van overeenkomstige toepassing.
3.
Een krachtens artikel 6, tweede lid, verleende vergunning wordt niet verlengd, indien het voornemen bestaat een of meer vergunningen te verlenen aan personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, en het voortbestaan en de natuurlijke ontwikkeling van de visstand zich tegen deze verlenging, onder gelijktijdige verlening van de vergunning krachtens artikel 6 eerste lid zouden verzetten.
4.
Verlenging van een vergunning dient te worden aangevraagd tenminste drie maanden vóór het verstrijken van de termijn van de geldigheid van een vergunning. Indien de aanvraag voor een verlenging tijdig is ingediend, en de beslissing op het verzoek tot verlenging niet binnen drie maanden na haar indiening is genomen, wordt de vergunning geacht te zijn verlengd tot het moment waarop de beslissing aan de verzoeker is medegedeeld.