Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/916
Hoger beroep tijdig ingesteld?; rechtsmiddelentermijn; berekening driemaandentermijn van art. 358 lid 2 Rv; aanvang en einde.
HR 01-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2225
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 september 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/05870
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2225, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:419, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
Hoger beroep tijdig ingesteld?; rechtsmiddelentermijn; berekening driemaandentermijn van art. 358 lid 2 Rv; aanvang en einde.
Art. 358 lid 2 Rv bepaalt dat hoger beroep moet worden ingesteld binnen drie maanden ‘te rekenen van de dag van de uitspraak’. Dit betekent dat de termijn begint te lopen met ingang van de dag volgende op die waarop de uitspraak is gedaan. Met deze regel is slechts beoogd tot uitdrukking te brengen dat de dag van de uitspraak zelf niet meetelt, met als gevolg dat de driemaandentermijn afloopt aan het einde van de daarmee overeenstemmende dag drie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.