JWB 2002/188
Onrechtmatige daad van de Staat; verjaring, stuiting, redelijkheid en billijkheid; niet buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden; doorlopende schade
HR 24-05-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD9600
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 mei 2002
- Zaaknummer
C00/238HR
- LJN
AD9600
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD9600, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑05‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD9600, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2002
- Wetingang
Art. 3:310 lid 1 BW; art. 6 EVRM
Essentie
Onrechtmatige daad van de Staat; verjaring, stuiting, redelijkheid en billijkheid; niet buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden; doorlopende schade
Samenvatting
Casus
Eiser heeft de Staat aansprakelijk gesteld en schadevergoeding gevorderd, onder andere omdat de Staat verantwoordelijk zou zijn voor de beroepsgang bij het CBB die door het EHRM met het EVRM in strijd was geacht. Eerder was het beroep van eiser tegen een besluit van de Minister van Landbouw en Visserij inzake toekenning van een bijzondere hoeveelheid heffingvrije melk door het CBB afgewezen. De Staat heeft een beroep gedaan op de verjaring van de vordering van eiser, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.