RvdW 2015/37
Art. 81 lid 1 RO. Insolventierecht. Faillietverklaring. Summierlijk blijken van opeisbare vordering. Verwerping beroep op misbruik van recht; art. 3:13 BW.
HR 05-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3518
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 december 2014
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
14/04008
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3518, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2245, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑2014
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Insolventierecht. Faillietverklaring. Summierlijk blijken van opeisbare vordering. Verwerping beroep op misbruik van recht; art. 3:13 BW.
Partij(en)
[verzoeker], verzoeker tot cassatie, adv.: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos,
tegen
3-in-1 Dienstverleening B.V., gevestigd te Mastenbroek, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. J.B.M.M. Wuisman:
1. Voorgeschiedenis
1.1
Op 11 april 2014 heeft verweerster in cassatie (hierna: 3-in-1) zich gewend tot de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, met het verzoek om eiser tot cassatie (hierna: [verzoeker]) in staat van faillissement te verklaren. Aan haar verzoek heeft 3-in-1 ten grondslag gelegd dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.