NJB 2018/8
Rechtsmacht. Rechtsfeit. Partijen zijn in conflict over de zeggenschap over een hotel in Mexico en de daarmee gemoeide financiële belangen. In het kader daarvan worden diverse besluiten genomen. De ene partij stelt een vordering in over een van de besluiten, de andere partij stelt reconventionele vorderingen in over andere besluiten. Hoge Raad: Art. 6 aanhef en onder 3 EEX-Vo is van toepassing als de reconventionele vordering voortspruit uit het feitencomplex waarop de conventionele vordering is gegrond. De vaststaande feiten laten geen ander oordeel toe dan dat de reconventionele vorderingen voortspruiten uit hetzelfde feitencomplex als de conventionele vordering
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 december 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05029
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3105, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1098, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑09‑2016
- Wetingang
Essentie
Rechtsmacht. Rechtsfeit. Partijen zijn in conflict over de zeggenschap over een hotel in Mexico en de daarmee gemoeide financiële belangen. In het kader daarvan worden diverse besluiten genomen. De ene partij stelt een vordering in over een van de besluiten, de andere partij stelt reconventionele vorderingen in over andere besluiten. Hoge Raad: Art. 6 aanhef en onder 3 EEX-Vo is van toepassing als de reconventionele vordering voortspruit uit het feitencomplex waarop de conventionele vordering is gegrond. De vaststaande feiten laten geen ander oordeel toe dan dat de reconventionele vorderingen voortspruiten uit hetzelfde feitencomplex als de conventionele vordering
Partij(en)
Inversiones, ...