Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 9.18 (verzoek om gerechtelijke procedure tot overdracht van het goed)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
14-03-2020, Stb. 2020, 112 (uitgifte: 09-04-2020, kamerstukken: 35133)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
De vervreemder kan de rechtbank verzoeken te bepalen dat de rechtspersoon op wiens naam het voorkeursrecht is gevestigd, vanwege bijzondere persoonlijke omstandigheden van de vervreemder gehouden is medewerking te verlenen aan de overdracht van het goed tegen een door de rechtbank vast te stellen prijs.
2.
Het verzoek wordt ingediend binnen twee maanden na de dag waarop:
- a.
het bevoegd gezag heeft beslist geen verzoek in te dienen als bedoeld in artikel 9.16, eerste lid,
- b.
de termijn, bedoeld in artikel 9.16, eerste lid, is overschreden zonder dat het bevoegd gezag een beslissing heeft genomen, of
- c.
de intrekking van het verzoek bij de griffie is ontvangen.