Einde inhoudsopgave
Wet tuchtrechtspraak accountants
Artikel 43e
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
17-12-2014, Stb. 2014, 571 (uitgifte: 24-12-2014, kamerstukken: 33910)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2014, Stb. 2014, 576 (uitgifte: 24-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
1.
Op het rechtsgeding zijn de artikelen 28, eerste en tweede lid, 29, 31 tot en met 35, 36, eerste, derde en vierde lid en 37 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
- a.
in de artikelen 29 en 34, 36, eerste, derde en vierde lid en 37, in plaats van ‘betrokkene of de klager’ wordt gelezen: betrokkene, de klager of, indien de beroepsorganisatie partij is in het hoger beroep, de beroepsorganisatie;
- b.
in artikel 31 in plaats van ‘de betrokkene en de klager’ wordt gelezen: de betrokkene, de klager en, indien de beroepsorganisatie partij is in het hoger beroep, de beroepsorganisatie, en de termijn genoemd in artikel 26, tweede en vijfde lid, twee weken bedraagt;
- c.
in artikel 33 voor ‘de betrokkene’ tevens wordt gelezen: de klager of, indien de beroepsorganisatie partij is in het hoger beroep, de beroepsorganisatie.
2.
Het College houdt zitting met drie of vijf leden, onder wie de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter.
3.
Ieder, die als getuige is opgeroepen, is verplicht voor het College te verschijnen. Artikel 27, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van ‘arrondissementsparket Oost-Nederland’ wordt gelezen: arrondissementsparket Den Haag.